9
Elektrische aansluiting
De ketel voldoet aan de actuele richtlijnen. De installatie moet (blijven) voldoen aan:
-
Voorschriften voor elektrische apparaten NEN 1010;
-
De plaatselijk geldende voorschriften;
Een afwijking op het net van 230V (+10% of -15%) en 50Hz is toegestaan.
De ketel moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos. Deze moet zichtbaar
en binnen handbereik zijn.
Verder gelden de volgende algemene voorschriften:
-
Aan de bedrading van de ketel mogen geen wijzigingen worden aangebracht;
-
Alle aansluitingen moeten op het aansluitblok gemaakt worden.
-
Het netsnoer moet, bij eventuele vervanging, door een ATAG
netsnoer vervangen worden.
De elektrische aansluitingen zijn bereikbaar op de achterzijde van
de besturingskast:
- Druk lip C een beetje naar links (zie figuur);
-
Kantel de besturingskast naar beneden.
9.1
Kamerthermostaten
Op de ATAG i Zone-Serie kunnen de volgende (klok-)thermostaten aangesloten worden:
Hier kan een OpenTherm thermostaat aangesloten worden.
Ook kan hier een AAN/UIT thermostaat (potentiaalvrij) aangesloten worden.
De thermostaat moet over een 2-draads aansluiting beschikken. De kamerthermostaat
moet op het aansluitblok aangesloten worden. Gebruik hiervoor de schroefconnector
die op het aansluitblok gestoken is.
Voor meer gedetailleerde vragen over componenten, die niet door ATAG zijn
geleverd, neem contact op met de betreffende leverancier.
Hier kan de ATAG One zone aangesloten worden. In plaats van deze slimme
thermostaat kan ook een andere ATAG zone-compatibele regelaar gebruikt worden.
De ATAG zone bus maakt een modulerende doeltemperatuur met optimale efficiëntie
mogelijk, waarbij met alle aangesloten systeemcomponenten rekening wordt
gehouden. Naast thermostaten kan de bus namelijk gebruikt worden voor andere
ATAG zone compatibele apparaten, zoals zoneregelingsapparatuur of een tweede
warmteopwekker (warmtepomp).
Maximale kabellengte ATAG zone bus toepassingen is 50 meter.
9.2
Buitenvoeler
Voor een weersafhankelijke regeling is de buitenvoeler ARZ0055U optioneel leverbaar.
Monteer de buitenvoeler op de buitengevel van het gebouw die naar noord - noord/oost
gericht is. Voorkom invloeden als regen, sneeuw, ventilatielucht-stromen of warmte van
schoorstenen.
42
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
C