SYSTEEM
Parameter
Waarde
Uitleg
Dit stelt het controller nummer in, als EXP PEDAL SW bedie-
ningsdata als Control Change boodschappen worden verzon-
den .
EXP SW
Control Change boodschappen worden niet
OFF
OUT
verzonden .
Dit stelt het controller nummer in, als EXP
CC#1–CC#31,
PEDAL SW bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden .
Dit stelt het controller nummer in, als bedieningsdata van de
voetschakelaar, aangesloten op de SUB CTL 1,2/SUB EXP Jack, als
Control Change boodschappen worden verzonden .
SUB
Control Change boodschappen worden niet
CTL 1
OFF
verzonden .
OUT
Dit stelt het controller nummer in, als SUB CTL
CC#1–CC#31,
1 pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden .
Control Change boodschappen worden niet
OFF
verzonden .
SUB
CTL 2
Dit stelt het controller nummer in, als SUB CTL
CC#1–CC#31,
OUT
2 pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden .
Dit stelt het controller nummer in, als bedieningsdata van het
expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1,2/SUB EXP Jack,
als Control Change boodschappen worden verzonden .
SUB
Control Change boodschappen worden niet
EXP
OFF
verzonden .
OUT
Dit stelt het controller nummer in, als externe
CC#1–CC#31,
SUB EXP Pedal bedieningsdata als Control
CC#64–CC#95
Change boodschappen worden uitgestuurd .
MIDI PROGRAM MAP BANK 0–3
Als er van Patches wordt veranderd met gebruik van Program Change
boodschappen die door een extern MIDI-apparaat worden verzonden,
kunt u de overeenstemming tussen Program Change boodschappen die
door de GT-100 worden ontvangen, en de Patches die veranderd moeten
worden, in de 'Program Change Map' instellen .
Parameter
Waarde
Uitleg
Dit stelt het patchnummer (P01-1 tot US0-4)
U01-1–U50-4,
PC#1–PC#128
voor het corresponderende Program Change
P01-1–P50-4
nummer in .
MIDI BULK DUMP
U kunt Exclusive boodschappen gebruiken om een andere GT-100 van
identieke instellingen te voorzien, en effectinstellingen in een MIDI-
sequencer of ander apparaat op te slaan .
Parameter
Waarde
Uitleg
SYSTEM
Systeemparameter instellingen
QUICK
Instellingen voor de User Quick instelling
FROM
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
Instellingen voor de Patch die op dat moment is
TEMP
geselecteerd
SYSTEM
Systeemparameter instellingen
QUICK
Instellingen voor de User Quick instelling
TO
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
Instellingen voor de Patch die op dat moment is
TEMP
geselecteerd
30
PEDAL CALIBRATION
U kunt het [EXP] pedaal opnieuw aanpassen, zodat het optimaal
functioneert .
Parameter
Waarde
Uitleg
Past de gevoeligheid waarop het EXP pedaal reageert
THRESHOLD
1–16
aan .
AUTO OFF
De GT-100 kan zijn stroom automatisch uitzetten . De stroom wordt
automatisch uitgezet als er 10 uur is verstreken sinds u het apparaat
voor het laatst bespeelde of bediende . In het scherm wordt ongeveer 15
minuten voordat de stroom wordt uitgezet een boodschap weergegeven .
In de fabrieksinstellingen is deze functie op 'ON' ingesteld (stroom wordt
na 10 uur uitgezet) . Als u wilt dat de stroom altijd aan blijft, zet u dit op
'OFF' .
* Als de stroom wordt uitgezet, gaan de instellingen die u bewerkte
verloren .
Parameter
Waarde
Uitleg
OFF
De stroom wordt niet automatisch uitgezet .
De stroom wordt automatisch uitgezet als er 10
AUTO OFF
ON
uur is verstreken sinds u het apparaat voor het
laatst bespeelde of bediende .
FACTORY RESET
Stelt de GT-100 opnieuw op de fabriekinstellingen in .
Zie 'De fabrieksinstellingen herstellen' .
Parameter
Waarde
Uitleg
SYSTEM
Systeemparameter instellingen
FROM
QUICK
Instellingen voor de User Quick instelling
U01-1–U50-4
Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
SYSTEM
Systeemparameter instellingen
TO
QUICK
Instellingen voor de User Quick instelling
U01-1–U50-4
Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4