Overige instellingen
TUNER METRONOME MODE
Bewerkingsprocedure
1.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in .
De Tuner functie en de metronoom functie worden aangezet .
2.
Gebruik knoppen [1], [4]-[8] om de instellingen te
specificeren .
3.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play
scherm terug te keren .
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door op de [EXIT]
knop te drukken .
TUNER
Hier kunt u instellingen voor de TUNER modus maken .
Parameter
Waarde
PITCH
435 Hz–445 Hz
MUTE
OUTPUT
BYPASS
THRU
METRONOME
Hier kunt u instellingen voor de METRONOME modus maken .
Parameter
Waarde
TEMPO
40–250
1/1–8/1,
1/2–8/2,
BEAT
1/4–8/4,
1/8–8/8
ON/OFF
OFF, ON
LEVEL
0–100
Uitleg
Specificeert de referentie toonhoogte .
Er wordt geen geluid uitgevoerd tijdens het
stemmen .
Tijdens het stemmen wordt het geluid
van de gitaar, dat op de GT-100 wordt
ingevoerd, onveranderd uitgestuurd . Alle
effecten zijn uit .
Hiermee kunt u stemmen terwijl het huidige
effectgeluid te horen is .
Uitleg
Specificeert het tempo van de metronoom .
Selecteert de maatsoort .
Zet de metronoom aan/uit .
Past het volume van de metronoom aan .
MANUAL MODE
Bewerkingsprocedure
1.
Druk de pedalen [BANK DOWN] en [BANK UP]
tegelijk in .
De MANUAL modus wordt aangezet .
2.
Gebruik knoppen [1]-[8] om de instellingen te
specificeren .
3.
Druk pedalen [BANK DOWN] en [BANK UP] tegelijk
in om naar het Play scherm terug te keren .
Hier kunt u instellingen voor de MANUAL modus maken .
Parameter
Waarde
BANK DOWN
BANK UP
OFF, ACCEL, PL (PHRASE LOOP),
NUMBER
PL R/P, PL S/P, PL CLR, CH A/B,
PEDAL 1
OD SOLO, A/B SOLO, A&B SOLO,
CMP, OD, PREAMP, EQ, FX1, FX2,
NUMBER
DLY, CHO, REV, PDL FX, S/R,
PEDAL 2
AMP CTL, TUNER, MANUAL,
NUMBER
BPM TAP, DLY TAP,
PEDAL 3
MIDI (MIDI START), MMC PLAY,
LEV +10, LEV +20, LEV -10, LEV -20,
NUMBER
NUM INC, NUM DEC,
PEDAL 4
BANK INC, BANK DEC
PHRASE LOOP
ACCEL/CTL
Uitleg
U kunt het gewenste effect-
apparaat aan elk pedaal
toewijzen .
37