Een activiteit stoppen
1 Druk op STOP.
2 Selecteer een optie:
• Als u de activiteit weer wilt hervatten, selecteert u Hervat.
• Als u de activiteit wilt opslaan en de gegevens wilt bekijken, selecteert u Opslaan. Druk vervolgens op
START en selecteer een optie.
OPMERKING: Nadat u de activiteit hebt opgeslagen, kunt u een zelfbeoordeling invoeren
evalueren,
pagina 6).
• Als u de activiteit wilt onderbreken en later wilt hervatten, selecteert u Hervat later.
• Als u een ronde wilt markeren, selecteert u Ronde.
• Selecteer Terug naar start > TracBack om langs de afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
• Selecteer Terug naar start > Route om via het meest directe pad naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
• Als u het verschil tussen uw hartslag aan het einde van de activiteit en uw hartslag twee minuten later wilt
meten, selecteert u Herstel-HS en wacht u terwijl de timer aftelt.
• Selecteer Verwijder om de activiteit te verwijderen.
OPMERKING: Nadat de activiteit is gestopt, wordt deze na 30 minuten automatisch opgeslagen op de watch.
Een activiteit evalueren
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
U kunt de instelling voor zelfevaluatie aanpassen voor bepaalde activiteiten
pagina 114).
1 Nadat u een activiteit hebt voltooid, selecteert u Opslaan
2 Selecteer een waarde die overeenkomt met uw waargenomen inspanning.
OPMERKING: U kunt
3 Selecteer hoe u zich voelde tijdens de activiteit.
U kunt evaluaties in de Garmin Connect app bekijken.
Een aangepaste activiteit maken
1 Druk op START.
2 Selecteer Voeg toe.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Kopieer activiteit om uw aangepaste activiteit te maken op basis van een van uw opgeslagen
activiteiten.
• Selecteer Overige om een nieuwe aangepaste activiteit te maken.
4 Selecteer indien nodig een activiteittype.
5 Selecteer een naam of voer een aangepaste naam in.
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een volgnummer, bijvoorbeeld: Fiets(2).
6 Selecteer een optie:
• Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan te passen. U kunt bijvoorbeeld de
gegevensschermen of automatische functies aanpassen.
• Selecteer OK om de aangepaste activiteit op te slaan en te gebruiken.
7 Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te voegen.
6
selecteren om de zelfevaluatie over te slaan.
(Zelfbeoordeling inschakelen,
(Een activiteit stoppen,
pagina 6).
(Een activiteit
Activiteiten en apps