1
2
Figuur 27
1. Aanslagpen
4. Stel de antiscalpeerrollen en glijders naar wens af.
Tips voor bediening en gebruik
SNEL-stand gashendel/Rijsnelheid
Om tijdens het maaien genoeg vermogen voor de machine
en het maaidek te behouden, moet u de gashendel op S
zetten en uw rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden.
Verlaag de rijsnelheid als de belasting van de maaimessen
verhoogt; verhoog de rijsnelheid als de belasting van de
messen verlaagt.
Maairichting
Maai afwisselend in verschillende richtingen om te voorkomen
dat er na verloop van tijd voren op de grasmat ontstaan. Dit
zorgt ook voor een betere verspreiding van het maaisel, wat
de vertering en bemesting ten goede komt.
Maaisnelheid
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde
omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien.
Gras niet te kort afmaaien
Als de maaibreedte van het maaidek groter is dan die van het
maaidek dat u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte één
stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat oneffenheden te kort
worden afgemaaid.
G020870
g020870
2. Aanslag voor maaihoogte
NEL
Selecteer de juiste maaihoogte-
instelling
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan
van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u
wellicht de snelheid aanpassen en/of de maaihoogte-instelling
een stap omhoog zetten.
Belangrijk: Als u meer dan
gras moet maaien, of bij dun lang gras of in droge
omstandigheden wordt het gebruik van messen met een
platte wiek aanbevolen om rondvliegend kaf en vuil te
verminderen en de druk op de maaiaandrijving niet te
hoog te laten oplopen.
Lang gras maaien
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of als
het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger
dan normaal instellen en het gras op deze hoogte maaien.
Maai het gras daarna op de lagere, normale hoogte.
De maaier schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant
van het maaidek. Als gras en vuil zich in de maaimachine
ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend
maairesultaat.
Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing, parkeerrem,
maaidekken en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig
vet, gras en bladeren om het risico op brand te verminderen.
Neem gemorste olie of brandstof meteen op.
Het mes onderhouden
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een scherp
maaimes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het
te scheuren of te rafelen. Door scheuren en rafelen wordt
het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit
en gevoeliger is voor ziekten. Controleer elke dag of de
maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn.
Slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd
of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een
origineel Toro-mes.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden, de
geluiddempers en het motorcompartiment om brand te
voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
•
Als de maaidekken in de transportstand staan, breng
dan een positieve mechanische vergrendeling aan (indien
voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een
afgesloten ruimte stalt.
31
/
van de lengte van het
1
3
/
1
3