4. Beweeg de schakelaar op of neer op de beugel tot de
afstand tussen de sensor van de remas en de plunjer
van de schakelaar 4 mm bedraagt; zie
Opmerking: Zorg ervoor dat de sensor van de remas
geen contact maakt met de plunjer van de schakelaar.
5. Draai de contramoeren van de schakelaar vast.
6. U controleert de afstelling als volgt:
A. Stel de parkeerrem in werking en neem plaats in
de bestuurdersstoel. Start vervolgens de motor.
B. Beweeg de rijhendels uit de
NEUTRAALSTAND
Opmerking: De motor moet afslaan. Als dit
niet het geval is, moet u de afstelling van de
schakelaar nogmaals controleren.
7. Monteer het voorpaneel.
(Figuur
49).
VERGRENDELDE
.
Onderhoud riemen
Riemspanning van de
wisselstroomdynamo
controleren.
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1. Druk met een kracht van 44 N halverwege tussen de
poelies op de riem.
2. Als de speling niet correct is (en dus geen 10 mm
bedraagt), moet u de montagebouten van de
wisselstroomdynamo losdraaien
1. Montagebout
3. Pas de riemspanning van de wisselstroomdynamo aan.
4. Draai de montagebouten vast.
5. Controleer nogmaals de speling van de riem om zeker
van te zijn dat de spanning correct is.
47
(Figuur
50).
2
1
Figuur 50
2. Wisselstroomdynamo
G008932
g008932