Hydraulische olietank (2.1)
Oliepeil controleren met de pijlstaaf (1).
Het oliepeil moet bij ingeschoven cilinders
tot de bovenste inkeping komen.
De olietankontluchting moet regelmatig
worden ontdaan van stof en vuil. Oliekoe-
ler-oppervlakken schoonmaken (zie ook
de gebruiksaanwijzing van de motor).
$
Uitsluitend aanbevolen hydraulische olie
gebruiken (zie paragraaf "Aanbevolen
hydraulische olie").
Hoofdfilter / retourfilter vervangen (2.2)
- Moeren (3) losdraaien.
- Deksel (4) verwijderen.
- Filter (5) verwijderen.
- Nieuw filter aanbrengen.
- Afdichtring (6) en O-ring (7) vernieuwen.
- Deksel (4) weer aanbrengen.
- Deksel weer vastzetten met moeren (3).
Olie verversen
- Zuigerstangen van de hydraulische ci-
linder inschuiven.
- Slang over de aftapschroef (8) schuiven
en slanguiteinde in de opvangbak leg-
gen.
- Aftapschroef (8) losdraaien, niet geheel uitdraaien.
- Olie in de opvangbak laten lopen.
- Aftapschroef (8) weer vastdraaien en de slang verwijderen.
- Hydraulische olie in de vulopening (9) gieten tot de bovenste markering op de peil-
staaf is bereikt
Bij elke olieverversing moet ook het hoofdfilter worden vervangen (zie boven).
Oliekoeler (2.3)
zie paragraaf 1.5
F 22
1
F0020.tif
3
4
6
8
Hydoilbe.tif
9
3
4
6
5
7