Pos. Omschrijving
Rijaandrijving
17
snel/langzaam
18
Rechtuit rijden
Draaien op de
19
plaats
Stamper
20
(balkspecifiek)
21
Instelmodus
Korte beschrijving
Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie.
Haas: transportsnelheid
Als toets 16 op UIT staat, d.w.z. inbouw, wordt toets 17 auto-
matisch op schildpad geschakeld.
Schildpad: werksnelheid voor inbouw
-
Alleen bedienen bij stilstand!
Bij herstart zijn de toetsen op werksnelheid (schildpad)
geschakeld.
Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie.
Bij herstart is de toets "rechtuit rijden" ingesteld.
Normale stand voor rechtuit rijden.
Als de toets per ongeluk is ingeschakeld (en de bestu-
ring (1) op rechtuit staat), rijdt de machine niet. Dit wordt
vaak gezien als storing.
Toets 29 wordt op "schildpad" geschakeld.
De machine draait op de plaats (de loopwerkkettingen lopen in
tegengestelde richting) als de besturing (1) op 10" wordt gezet.
Besturing naar links = linksom draaien
Besturing naar rechts = rechtsom draaien
Tijdens het draaien lopen personen en voorwerpen die
zich naast de machine bevinden extra risico's. Draaizone
goed in het oog houden!
Toets met vergrendelstand en LED-indicatie.
-
Voorwaarde voor gebruik: toets 28 "UIT".
AAN- en UIT-schakelfunctie.
-
Dit wordt geactiveerd door de rijhendel uit te zwenken.
-
De instelmodus wordt uitgevoerd in combinatie met toets 21.
Met deze toets kunnen bij machinestilstand alle werkfuncties
worden geactiveerd die alleen bij ingeschakelde rijhendel (rij-
dende machine) actief zijn.
-
Toets 21 "AAN"
Toets 16 "UIT"
Het dieseltoerental wordt verhoogd tot de vooraf ingestelde
gewenste waarde.
D 11