Rijden op de weg
Rijden op de weg
Voor u de weg
opgaat
104
Blijf binnen de toelaatbare en veilige hoogte ten opzichte van
•
voorgeschreven maximum hoogte voor voertuigen in het wegen-
verkeersreglement,
•
hoogspanning- of andere bekabeling boven de weg,
•
te verwachten beperkte doorrijhoogten.
Door hier nauwkeurig op te letten voorkomt u gevaarlijke situaties die
kunnen leiden tot grote materiele schade en mogelijk zwaar
lichamelijk letsel.
Vóór u de trekker verlaat moet u:
•
de aftakas uitschakelen,
•
het hydraulisch systeem drukloos maken,
•
de trekker uitschakelen,
•
de sleutel uit het contactslot verwijderen,
•
de trekker op de parkeerrem te zetten.
Zo voorkomt u dat de trekker gestart wordt en de machine in beweging
komt terwijl u er aan werkt, wat ernstig lichamelijk letsel kan
veroorzaken.
Voor u de openbare weg opgaat met uw trekker en machine dient u
het volgende te doen:
Controleer of trekker en machine voldoen aan het verkeersre-
glement.
Controleer de werking en bevestiging van verlichting, waarschu-
wingen, beschermingen en beremming.
Controleer of de reflector, motorrijtuig met beperkte snelheid
(<40km/u) op uw trekker, door het werktuig wordt afgeschermd.
Monteer dan een extra reflector achter op het werktuig.
Zie »Reflector« op pagina 142.
Controleer de loop van de snelkoppelingstouwen van de
hefinrichting.