Functionele beperkingen
Het systeem werkt in sommige situa-
ties mogelijk niet optimaal, bijvoor-
beeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
In scherpe bochten.
Wanneer het Vehicle Stability Con-
trol-systeem is uitgeschakeld, bij-
voorbeeld VSC OFF.
Als het gezichtsveld van de
camera of de voorruit vóór de bin-
nenspiegel vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is
geraakt als gevolg van extreem
hoge temperaturen en tijdelijk is
gedeactiveerd.
Afhankelijk van de uitvoering: als
de radarsensoren vuil of afgedekt
zijn.
Afhankelijk van de uitrusting van
de auto: na onjuist uitgevoerde
werkzaamheden aan het lakwerk
van de auto.
Maximaal 10 s na het starten van
de motor met behulp van de start-
knop.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer
de zon laag aan de hemel staat.
In het donker.
Het bevestigen van objecten (bijvoor-
beeld stickers of folie) in het gebied
van de radarstraal zal ook de werking
4-1. BEDIENING
van de radarsensoren schaden en
kan zelfs tot gevolg hebben dat deze
falen.
Lane Departure Warning
Principe
De Lane Departure Warning geeft
een waarschuwing wanneer de auto
de weg of rijstrook verlaat.
Algemeen
Dit systeem met camera's waar-
schuwt zodra een minimumsnelheid
is bereikt.
De minimumsnelheid is landspecifiek
en wordt weergegeven in het menu
voor de Toyota Supra Safety-syste-
men.
Waarschuwingen worden afgegeven
door middel van een stuurwieltril-
lingsfunctie. De sterkte van de stuur-
wieltrillingsfunctie kan worden
aangepast.
Het systeem geeft geen waarschu-
wing als de bestuurder aangeeft dat
hij de rijstrook gaat verlaten.
Afhankelijk van de uitrusting: Als een
rijstrookmarkering wordt overschre-
den in het snelheidsbereik tot
210 km/h, grijpt het systeem niet
alleen in door middel van trillingen,
maar ook met een korte actieve
stuurinterventie. Daarmee helpt het
systeem om de auto op de rijstrook te
houden.
217
4