Afvoeraansluiting
(OUT)
Afvoerleiding
aansluiten op de
afvoer
20997829_NL_RC6_V19_180324
4.4.2 Afvoeraansluiting (OUT)
4.4.2
Afvoeraansluiting (OUT)
> Verwijder de rode beschermkap op de afvoer van de vacuüm-
pomp.
> Sluit indien nodig een gasdichte afvoerleiding aan op de
afvoer van de pomp. De afvoer (slangkoppeling) wordt aan-
geduid met "OUT".
> Voer afvoergassen op de juiste manier af via de afvoerlei-
ding, bijvoorbeeld via een afzuiging.
WAARSCHUWING
Overdruk op de afvoer van de vacuümpomp.
Door de hoge compressieverhouding kan de vacuüm-
pomp bij de afvoer overdruk genereren.
De afvoerleiding (afvoergas, gasafvoer) moet altijd
>
vrij en zonder tegendruk worden gehouden.
De afvoer niet blokkeren. De afvoerleiding niet knikken.
>
Gebruik een afvoerleiding met een voldoende grote
>
doorsnede. De doorsnede van de afvoerleiding moet
minimaal zo groot zijn als de afvoeraansluiting van de
pomp.
Afvoerleiding aansluiten
1.
1. Verwijder de rode beschermkap op de afvoer van de vacuüm-
pomp.
2. 2. Steek de afvoerleiding op de DN 10-slangkoppeling.
3. 3. Borg de slangverbindingen op de slangkoppelingen, bijv. met
een slangklem.
> Leg de afvoerleiding met afschot aan; d.w.z. naar beneden
toe verlopend, zodat er geen retourstuwing kan ontstaan.
5 Afvoerleiding is aangesloten.
Plaatsing en aansluiting
43