Inhoudsopgave
Advertenties
Reiniging en onderhoud
Vervangen van
membraan en
ventiel
70
7.4 Vervangen van membraan en ventiel
7.4
Vervangen van membraan en ventiel
Bij vervanging van het membraan en ventiel worden de membra-
nen en ventielen in de beide pompkoppen van de membraan-
pomp vervangen.
GEVAAR
GEVAAR
Contaminatie van de vacuümpomp en de
pompolie door gevaarlijke stoffen.
Tijdens het gebruik kan de vacuümpomp verontreinigd
raken met gezondheidsbedreigende of anderszins ge-
vaarlijke stoffen en chemicaliën.
Decontamineer of reinig de vacuümpomp voor con-
>
tact.
Draag uw persoonlijke beschermingsmiddelen.
>
Vermijd huidcontact. met besmette onderdelen.
>
Vervanging van membraan en ventiel voorbereiden
1. Schakel de pomp uit en trek de stekker uit het stopcontact.
1.
Wacht vervolgens vijf seconden tot de motorcondensatoren
ontladen zijn. Zorg ervoor dat de pomp nooit onbedoeld in
geopende toestand kan opstarten.
2. 2. Ontkoppel de pomp van de apparatuur.
3. 3. Pomp ventileren:
schroef de manometer (2) op het tussenstuk (3) uit de oliepot
van de schottenpomp om de oliepot te ventileren; steeksleu-
tel SW 17. Draai niet rechtstreeks aan de manometer omdat
daardoor het risico op lekkage wordt verhoogd. Let op de
O-ring.
zie ook hoofdstuk: 4.3 Eerste inbedrijfstelling – pompolie
vullen op pagina 38
vullen op pagina
4. 4. Laat de pomp indien nodig afkoelen.
5. 5. Tap het condensaat uit de opvangbak van het afvoerfilter af;
inbussleutel maat 6, zie hoofdstuk: Condensaat afvoe-
53. Vermijd door het aftappen van condens-
ren op pagina
ren op pagina 53
aat dat er condensaat uit de opvangbak van het afvoerfilter
stroomt.
6. 6. Tap de olie af zodat er geen olie in het afvoerfilter of in de
manometer kan stromen, zie hoofdstuk: 7.3 Olie verversen
65. Vul eerst olie in de pomp voordat deze weer
op pagina 65
op pagina
in gebruik wordt genomen.
4.3 Eerste inbedrijfstelling – pompolie
38.
Condensaat afvoe-
7.3 Olie verversen
20997829_NL_RC6_V19_180324
Advertenties
Inhoudsopgave
