De accu en de stroomvoorziening (vervolg)
Probleem
De stroom kan niet
worden ingeschakeld.
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld.
Stilstaande beelden en films opnemen
Probleem
Het LCD-scherm gaat niet
aan als de stroom wordt
ingeschakeld.
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCD-
scherm.
Het beeld is onscherp.
Kan niet zoomen.
De digitale zoomfunctie
werkt niet.
80
-NL
Oorzaak
• De accu is niet juist geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet aangesloten.
• Als de ingeschakelde camera gedurende
ongeveer 90 seconden niet wordt bediend, wordt
deze automatisch uitgeschakeld, om zo het
leegraken van de accu te voorkomen (als
[POWER SAVE] is ingesteld op [OFF] gebeurt
dit na drie minuten). (pagina 15).
• De accu is leeg.
Oorzaak
• De laatste keer dat de camera werd gebruikt,
werd deze uitgeschakeld toen het LCD-scherm
was ingesteld op OFF.
• De modusknop is niet ingesteld op
.
• Het onderwerp is te dichtbij.
• De SCENE SELECTION-modus is ingesteld op
de Landschapmodus
• Er is een vooringestelde brandpuntsafstand
geselecteerd.
• Als u een film opneemt (MPEG-film), is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
• Als u een film opneemt (MPEG-film), is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
• [DIGITAL ZOOM] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [OFF].
• Het LCD-scherm is ingesteld op OFF.
Oplossing
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 10).
p Sluit de adapter goed aan op de camera (pagina 14).
p Zet de camera weer aan (pagina 15).
p Vervang de accu door een opgeladen exemplaar (pagina 10).
Oplossing
p Zet het LCD-scherm op ON (pagina 28).
, SCN of
p Zet de camera in de
30, 71).
p Als u een onderwerp opneemt op een afstand van minder dan
50 cm vanaf de lens, stel dan de macro-opnamestand in. Zorg
dat u de lens niet dichter bij het onderwerp plaatst dan de
minimale opnameafstand (pagina 24).
p Wijzig deze instelling (pagina 30).
p Stel de camera in op automatische scherpstelling (pagina 55).
—
—
p Instellen op [ON] (pagina 52, 93).
p Instellen op ON (pagina 28).
-stand of de SCN
-stand (pagina 22,