Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Programmering Uitgangsmodules - ADEMCO VISTA-120NL Installatie-Instructie

En programmeerhandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor VISTA-120NL:
Inhoudsopgave

Advertenties

STOP (STP): De "STOP"-programmering bepaalt wanneer en onder welke voorwaarden de

Programmering Uitgangsmodules

1.
2.
hierna [1] (JA).
Toets in deze stand [*] om naar het volgende scherm te verschuiven. Toets [#] om terug te
springen naar het voorgaande scherm.
Toets Relais Nr.
00=STOP
01 A EV ZL ZT P
Stt 0 0 0 00 0
01
Stop
- 94 -
Als een bepaald "ZONETYPE" gekozen is, zal elke zone van dat type dat een
alarm, probleem of fout signaleert de module activeren, zoals geselecteerd met
"ACTIE". Als hetzelfde "ZONETYPE" tevens wordt gekozen voor de "STOP"-
programmering, zal elke zone van dat type die herstelt de module deactiveren.
De verschillende keuzes voor "ZONETYPE" en "SYSTEEMHANDELING" worden
later in deze paragraaf en in het programmeerformulier beschreven.
De optie "ZONETYPE" functioneert onafhankelijk van de combinatie
"GEBEURTENIS/ZONELIJST".
b. PARTITIENR. (P). Het ZONETYPE of de SYSTEEMHANDELING waardoor de
module "start", kan gelimiteerd worden tot een voorval in ‚‚n partitie (1-8). Met 0 is
elke partitie van toepassing.
module gedeactiveerd zal worden. De volgende opties zijn beschikbaar:
1)
HERSTEL-ZONELIJST (ZL). Als een "ZONELIJST" wordt gebruikt als de
stopgebeurtenis, zal de module gedeactiveerd worden als alle zones van die lijst
herstelt zijn van een voorafgaande fout-, probleem- of alarmconditie. Ongeacht wat
geprogrammeerd is om de module te "starten", zal dit optreden. Daarom wordt een
HERSTEL-ZONELIJST gewoonlijk alleen gebruikt wanneer een ZONELIJST wordt
gebruikt om de module te starten.
2) a. ZONETYPE/SYSTEEMHANDELING (ZT). In plaats van het gebruik van een
"HERSTEL-ZONELIJST", kan een bepaald zone(responsie)type of
systeemhandeling worden geselecteerd om de module te deactiveren.
Als een specifiek "ZONETYPE" wordt gekozen zal elke zone van dat type die
herstelt van een voorafgaande fout-, probleem- of alarmconditie, de module
deactiveren.
Als een "SYSTEEMHANDELING" wordt gekozen, zal die handeling de module
deactiveren. De verschillende keuzes voor "ZONETYPE" en
"SYSTEEMHANDELING" worden later in deze paragraaf en in het
programmeerformulier beschreven.
b. PARTITIENR. (P). Het ZONETYPE of de SYSTEEMHANDELING waardoor de
module "stopt", kan gelimiteerd worden tot een voorval in ‚‚n partitie (1-8). Met 0 is
elke partitie van toepassing.
Toets vanuit de programmeerstand #93 in voor het scherm "ZONE PROG?".
Toets bij elke menu-optie [0] (NEE) totdat het scherm "RELAIS PROG.?" verschijnt. Toets
00
A ZL ZT P
0 0 00 0
Voer het identificatienummer (01-96) in van de relais-
uitgangsmodule. Dit is slechts een referentienummer, gebruikt
voor identificatiedoeleinden. Het werkelijke module-adres en
relaisnummer wordt in de laatste schermen geprogrammeerd.
Toets [*] om te vervolgen.
Het codebedienpaneel toont een START-scherm overzicht.
Toets [*] om te vervolgen.
Het codebedienpaneel toont een STOP-scherm overzicht.
Toets [*] om te vervolgen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor ADEMCO VISTA-120NL

Inhoudsopgave