2. Sluit elke module aan op de Polling Loop, en let goed op de polariteit van de aansluitingen (zie
de handleiding van de module).
3. Noteer elke module die met DIP switches werkt. Stel de module's DIP switches in op het
zonenummer waar het aan toegewezen wordt. Kijk bij het instellen van de adressen in de
handleiding van de module of de DIP switch tabellen achter in deze handleiding.
Bepaalde Polling Loop modules, zoals de 998MX, 4275EX-SN, 4278EX-SN, 4959SN, 4939SN
,en de 4944SN, hebben geen DIP switches. Daarentegen hebben zij interne serienummers,
die in de centrale 'ingeleerd' moeten worden tijdens #93 Menu Mode Zone Programmeren.
Limieten Polling Loop
De ingebouwde Polling Loop heeft de volgende begrenzingen, die in acht moeten worden
genomen:
• De maximaal toegestane opnamestroom van de Polling Loop is 128mA. Zie de POLLING
LOOP STROOMOPNAME DATASHEET (in het hoofdstuk IN BEDRIJF STELLEN) voor de
opgenomen stroom door verschillende Polling Loop modules. Indien de totaal opgenomen
stroom groter is dan 128mA, is een 4297 Polling Loop Extender Module nodig.
• Alleen de 4297 Polling Loop Extender Module kan gebruikt worden om de opnamestroom te
vergroten, om de maximaal totale draadlengte te vergroten, en/of om individuele, elektrisch
geïsoleerde Polling Loops te ondersteunen. Zie de 4297 Polling Loop aansluittekeningen
verderop in dit hoofdstuk.
• Ongeacht de opnamestroom, mogen niet meer dan 64 DIP switch-modules of 119
serienummer-modules aangesloten worden op de Polling Loop. Indien installaties gebruikt
worden die tot 119 zones eisen, waarbij die zones gebruik maken van DIPswitch-modules, zijn
zone-uitbreidingsmodules (4190WH en/of 4208) nodig, waarbij meerdere zones aangesloten
kunnen worden op één uitbreidingsmodule. Anders moet een 4297 Polling Loop Extender
gebruikt worden.
- 24 -
Wanneer Polling Loop draden worden getrokken, mogen deze niet binnen een
afstand van 15 cm van 220V netspanning, telefoon- of intercomdraden liggen. De
Polling Loop transporteert data tussen de centrale en de modules, daarom kan
interferentie leiden tot verstoring van deze communicatie. De Polling Loop kan
daarentegen ook storing veroorzaken op de intercom- of telefoonlijnen. Wanneer
deze minimale afstand niet kan worden toegepast, moet afgeschermde kabel
gebruikt worden. (Let op: wanneer afgeschermde kabel wordt gebruikt, halveert de
maximale afstand.) Tevens is er speciale "Polling Loop" kabel verkrijgbaar.
Wanneer een sterconfiguratie wordt gebruikt, mogen de lengtes van de individuele
draden niet langer zijn dan de lengte die de tabel aangeeft. Daarbij mag de totale
lengte, van alle draden van de modules in de sterconfiguratie bij elkaar, niet langer
zijn dan 1220m. Wanneer niet-afgeschermde kabel in een leiding, of afgeschermde
kabel wordt gebruikt, is de maximale totale afstand 610m. Wanneer langere
draadafstanden nodig zijn, moet een 4297 Polling Loop Extender Module worden
gebruikt.
Wees er zeker van dat bij het bepalen van het totale vermogen van de voedingsbron
van de centrale, de totale stroomopname van de Polling Loop hierbij inbegrepen is
(gebruik de tabel POLLING LOOP STROOMOPNAME in het hoofdstuk IN BEDRIJF
STELLEN).