14
EXTERE SIGNAALGEVERS
Algemene informatie
De centrale bevat één bel/sirene relaisuitgang, die gebruikt wordt om externe signaalgevers aan
te sturen. Deze uitgang heeft de volgende specificaties: 10 - 13.8VDC, 2.8A max. (inclusief de
externe opnamestroom).
Bedraden
Maak de aansluitingen op de pennen 4 (uitgang) en 5 (massa). Uitgang 4 kan maximaal 2,8 A
leveren. In dit geval móét een accu gebruikt worden, omdat stromen vanaf 750 mA worden
betrokken uit de accu.
Programmeer-optie
Met programmeerveld *08 kan de alarmuitgang omgeschakeld worden van "actief hoog" naar
"actief laag". Dit laatste wordt gebruikt in geval van een zelfvoedende sirene. In normale, niet
actieve toestand, is de uitgang hoog en wordt de batterij geladen. Tijdens alarm wordt de uitgang
laag (continu voor inbraak en luid paniekalarm; gepulseerd voor brandalarm).
Aansluiting externe sirene
- 42 -
WAARSCHUWING:
Overschrijden van de aangegeven limieten zal de voeding overbelasten, of kan zelfs
de 'Sirene-uitgang op de print beschadigen.