15.
BEDIENPANEEL
Het bedienpaneel van het apparaat is serieel verbonden via de lijn
P-LAN en kan op afstand worden geïnstalleerd om het apparaat te
besturen. In de besturingssoftware zijn alle instellingen opgenomen
die nodig zijn voor de functionaliteit en de veiligheid van de
machine, en via het bedienpaneel kunt u de werking van de eenheid
controleren en de voorkeursparameters voor de werking instellen
(zomer-/winterinstelling...). Hieronder worden enkele voorbeelden
getoond van het gebruik van de besturing en het opstarten van de
machine.
15.1 BEVESTIGING VAN HET PANEEL
Het bedienpaneel kan rechtstreeks op de muur worden bevestigd
door middel van de meegeleverde schroeven (optionele versie
geleverd op aanvraag).
Voor de bevestiging van het paneel gaat u als volgt te werk:
•
Bevestig de achterdoos (A) aan de standaarddoos of aan de
muur (Fig.2);
•
Sluit de telefoonkabel aan op het paneel;
•
Bevestig het front (B) aan de achterdoos (A) met de bijgeleverde
schroeven;
•
Installeer het scherm (C).
15.2 AFMETING BEDIENPANEEL
18
30
34
15.3 OPBOUW BEDIENPANEEL
15.4 BEDIENING VAN HET PANEEL
1 - Display
2 - Modus en modusactivatie
3 - Indicatoren
156
4 - Status van de unit:
125
•
•
•
•
•
-Alarm
Toon de actieve alarmlijst
Open hoofdmenu
Keer terug naar het vorige menu
Schuif de menu's omhoog of verhoog de
-Up
geselecteerde parameterwaarde
Schuif de menu's naar beneden of verlaag de
-Down
geselecteerde parameterwaarde
Ga naar het geselecteerde submenu of bevestig de
-Enter
geselecteerde waarde
22:06
T.DHW.:
T.External:
T.Plant:
Geen actief verzoek
Verwarmingsstand
Koelstand
Compressor geactiveerd
Zonnepanelen geactiveerd
Ontdooicyclus geactiveerd
OFF/ON/ENERGY S.
AUTO-OFF/AUTO-ON/AUTO-E.S.
Din-OFF
BMS-OFF
ALARM-OFF
30/05/16
Unit:01
24.0°C
20.5°C
19.9°C
STATUS:
Off