Inhoudsopgave
Advertenties
MENU GFC03 - Activering van de integratie in geval van nood
(warmtepomp in "crisis").
•
Setpoint act.: externe temperatuurwaarde waaronder de ketel
wordt ingeschakeld om te starten als de machine als in crisis
wordt beschouwd (parameters in Gfc02)
•
Differentieel: deltaT positief, dat wil zeggen dat de integratie
wordt ingeschakeld totdat de externe temperatuur een
temperatuur gelijk aan Setpoint+Differentieel bereikt.
Activeringsvertraging ketel: controleer de vorige voorwaarden, de
ketel wordt geactiveerd als deze gedurende de ingestelde tijd blijven
staan.
MENU GFC04 - Integratie geactiveerd volgens de buitentemperatuur.
In dit geval start de integratie wanneer de buitenluchttemperatuur
onder de ingestelde waarde komt. Eenmaal geactiveerd werkt de
hulpbron samen met een warmtepomp, tenzij deze niet is ingesteld
om uit te schakelen.
De integratie blijft actief tot het ingestelde waterinstelpunt is bereikt,
hoewel de luchttemperatuur boven de ingestelde waarde stijgt.
•
Setpoint
act.:
externe
verwarmingsregeling
onafhankelijk van andere factoren.
•
Differentieel: deltaT positief, dat wil zeggen dat de integratie
wordt ingeschakeld totdat de externe temperatuur een waarde
bereikt die gelijk is aan Setpoint+Differentieel.
•
Compressoren uitschakelen: hiermee kan de warmtepomp
worden uitgeschakeld onder de gedefinieerde temperatuur
in Setpoint act. : het geïntegreerde systeem vervangt de
warmtepomp volledig.
MENU GFC07 - Gereserveerd
MENU GFC15 - Reset ontdooialarm.
•
Reset antivriesalarm primair circuit: hiermee kan worden
vastgesteld of de herbewapening handmatig of automatisch is.
•
Handmatig: (standaard) de machine herstart alleen als de
gebruiker het alarm handmatig reset.
•
Auto: de machine herstart automatisch wanneer de
aanvoertemperatuur wordt verhoogd tot de waarde Set_
alarm_antivries + Diff._Activat
MENU GFC20 - Reset set oververhitting .
•
Reset oververhitting. alarm primaire circuit: het laat toe om vast
te stellen of de reset manueel of automatisch gebeurt.
•
Handmatig: (standaard) de machine herstart alleen als de
gebruiker het alarm handmatig reset.
•
Auto: de machine herstart automatisch wanneer de
aanvoertemperatuur wordt verlaagd tot de waarde Set_alarm_
oververhitting-Diff._Activat.
MENU GFC21 - Selectie voor de instelling van de modus (winter of
zomer) via gebruikerspaneel of externe schakelaar (digitaal).
Zomer/Winter selec. Seizoen uit: het is mogelijk te kiezen tussen
"KEYBOARD" (bedieningspaneel) of "IN. DIG. 1" . In dit geval moet u
er rekening mee houden dat het niet voldoende is om de commutatie
zomer/winter te beheren.
MENU GFC22 - Enable protection: laat toe om de functie winter
antivriesbeveiliging die de compressoren activeert wanneer de
platenwarmtewisselaar een te lage temperatuur bereikt, al dan niet
in te schakelen.
temperatuurwaarde
die
mogelijk
maakt,
verwarming
MENU GFC23 - Inschakelen externe rapporten
•
Dit laat toe om de digitale uitgang NO7 te activeren, waarop
bijvoorbeeld een meldingsled kan worden aangesloten
wanneer de machine in alarm is omwille van minder belangrijke
oorzaken.
MENU GFC25 - Instelling ontdooiing
•
Ventilatorverbruik: ventilatorverbruik in Watt berekend door de
elektronica en gebruikt om de ontdooiprocedure te starten
•
Opstartvertraging: opstartvertraging van de compressor
waarna de ontdooiing mag starten. Om te voorkomen dat de
ontdooiing start vlak na de ontsteking van de compressor
•
Ventilatorvertraging: wachttijd voordat de ontdooien
•
Ontdooiingsvertraging met temperatuurverschillen: Wachttijd
voor de activering van de ontdooiing voor delta T
MENU GFC27 - Parameters ontdooiing
•
En oil ontdooiing: element waarmee de terugkeer van de
olie via de ontdooicyclus kan worden ingeschakeld. Indien
ingeschakeld en indien de unit de terugkeer van de olie vereist,
de
wordt de normale ontdooiprocedure geactiveerd met een
maximum instelbare snelheid met de volgende parameter
"Ontdooisnelheid".
•
Lage snelheid ontdooiing: als bij het opstarten van de ontdooiing
de compressor een lagere snelheid had dan de Thershold zal de
compressorsnelheid tijdens de ontdooiing de ontdooisnelheid
zijn.
MENU GFC34 - Druppelparameters
•
Drip manag.: het maakt de werking van de ventilator mogelijk
vóór de inversie van de 4-weg in output van de ontdooicyclus,
dat het draaien met een hoog toerental de afvoer van de
waterdruppels bevordert die zich nog in de batterij bevinden.
•
Ventilator druppelsnelheid: dit is de snelheid waarbij de
ventilator gedwongen wordt il ventilatore in deze specifieke
fase van het ontdooiproces.
•
Fan reverse Dir: hiermee kan de omkering van de draairichting
van de ventilator al dan niet worden ingeschakeld. Indien
ingeschakeld, wordt het druppelen uitgevoerd met een
ventilator die in tegengestelde richting draait.
MENU GFC37 - Ontdooiparameters
•
Integratie van het systeem tijdens het ontdooien: Het maakt
de integratiegenerator aan het systeem mogelijk (ketel of
elektrische weerstand).
•
Def. end max time exceeded: hiermee kan worden gekozen
tussen HISTORY en HISTORY+ALARM, d.w.z. de registratie/
rapportage modus van de gebeurtenis "het ontdooien is
beëindigd omdat de maximum tijd is overschreden".
MENU GFC50 - Hiermee kan de condensaatafvoer in vaste of
intermitterende modus worden ingeschakeld op basis van de
buitentemperatuur.
•
Res.drain cond.: deze maakt de activering mogelijk van de
weerstand voor de condensafvoer.
•
ALTIJD AAN (Set1): in deze toestand is de weerstand altijd
actief onder deze parameter.
•
Set: bereikte waarde van de temperatuur dat de weerstand
condensaatafvoer altijd actief is.
39
Advertenties
Inhoudsopgave
