B
A
A
B
Afb.292
BA EW100 nl* 1.2 * ew100t600.fm
Bypass-functie activeren
1. Dieselmotor uitzetten.
B
2. Voertuig met blokken tegen wegrollen beveiligen.
3. Voertuig aan de beide vastsjorpunten vastzetten met adequate
aanslagmiddelen.
A
4. Klepkap openen
5. Contramoer A door een halve slag naar links met een zeskantsleutel
(SW13) losdraaien.
6. Schroef B met een inbussleutel (SW4) naar rechts draaien totdat een
verhoogde weerstand voelbaar is.
7. Schroef B vervolgens met een halve slag in de veerschotel schroeven.
8. Contramoer A met een draaimoment van 22 Nm (16 ft.lbs) naar rechts
aandraaien.
9. Dit moet aan beide zijden van het ventiel worden uitgevoerd.
10.Om te sturen moet de bestuurder zich in het voertuig bevinden. Het
voertuig kan weggesleept worden.
11.De max. sleepsnelheid mag niet worden overschreden. Alleen
stapvoets takelen, max. 3-4 km/u (2-3 mph).
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete pompdelen!
Hogere sleepsnelheden en langere sleepafstanden leiden tot
warmteontwikkeling. Dit kan tot zware verbrandingen leiden.
► Voertuig alleen uit de onmiddellijke gevarenzone takelen, totdat de
mogelijkheid bestaat het voertuig te verladen. Voertuig niet verder dan
50 meter (165 ft) takelen.
► Veiligheidsuitrusting dragen.
AANWIJZING
Beschadiging van de axiale zuigerunit.
► Voertuig alleen uit de onmiddellijke gevarenzone takelen.
12.Na het beëindigen van het takelen, de bypass-functie deactiveren.
Bypass-functie deactiveren
Direct na het beëindigen van het takelen, de bypass-functie deactiveren.
1. Voertuig met blokken tegen wegrollen beveiligen.
2. Voertuig aan de beide vastsjorpunten vastzetten met adequate
aanslagmiddelen.
3. Het hogedrukbegrenzingsventiel weer in werking zetten.
➥ De onder punt Bypass-functie activeren uitgevoerde instellingen
in omgekeerde volgorde uitvoeren
4. Contramoer A met een zeskantsleutel (SW13) losdraaien.
5. Schroef B met een inbussleutel (SW4) tot aan de aanslag naar links
draaien.
– zie "Ventielkap" op pagina
Transport 6
7-19.
6-3