2 Veiligheid
2.6
Aanhangerbedrijf
Aanhangerbedrijf
2.7
Gebruik van aanbouwgereedschappen
aanbouwgereedschappen
Gebruik
2-10
•
Het voertuig moet voor het aanhangerbedrijf zijn goedgekeurd.
•
De nationale voorschriften voor het aanhangerbedrijf in acht nemen.
•
De overeenkomstige nationale rijvergunning is vereist.
•
Het meenemen van personen is op / in aanhangers NIET toegestaan.
•
De maximale toegestane steun- en aanhanglast aanhouden.
•
De toegestane snelheid van de aanhanger niet overschrijden.
•
Het aanhangerbedrijf aan de wegsleepinrichting van het voertuig is
niet toegestaan.
•
Bij gebruik van een aanhanger verandert het rijgedrag van het
voertuig; de bestuurder moet daarmee vertrouwd zijn en overeen-
komstig handelen.
•
Stuurwijze van het voertuig en draaicirkel van de aanhanger in acht
nemen.
•
Aanhanger voor het aan- en loskoppelen beveiligen tegen wegrollen
(bijv. parkeerrem, geschikte blokken).
•
Bij het aankoppelen van een aanhanger mag er geen persoon tussen
voertuig en aanhanger aanwezig zijn.
•
Aanhanger regulier aan het voertuig koppelen.
•
Zich ervan overtuigen, dat alle inrichtingen juist functioneren (bijv.
remmen, verlichtingsinrichtingen).
•
Voor het wegrijden zich ervan overtuigen, dat er niemand tussen het
voertuig en de aanhanger is.
•
Uitsluitend aanbouwgereedschappen gebruiken, die voor het voertuig
resp. de veiligheidsinrichting ervan (bijv. splinterbescherming) zijn
goedgekeurd.
•
Alle andere aanbouwgereedschappen hebben een toestemming van
de voertuigfabrikant nodig.
•
Het gevarengebied als ook het werkbereik zijn afhankelijk van het
gebruikte aanbouwgereedschap – zie handleiding van het aanbouwge-
reedschap.
•
Laadgoed beveiligen.
•
aanbouwgereedschappen niet overladen.
•
Juiste zitting van de vergrendeling controleren.
•
Het transporteren van personen op / in een aanbouwgereedschap is
verboden.
•
Het installeren van een werkplatform is verboden.
- Uitzondering: het voertuig is met de daarvoor noodzakelijke veilig-
heidsinrichtingen uitgerust en goedgekeurd.
•
Aanbouwgereedschap en ballastgewichten veranderen het rijgedrag
en het stuur- en remvermogen van het voertuig.
•
De bestuurder moet met deze veranderingen vertrouwd zijn en
overeenkomstig handelen.
•
Voor werkinzet correct functioneren van het aanbouwgereedschap
door proefsgewijs bedienen garanderen.
•
Voor in bedrijf stellen van het aanbouwgereedschap garanderen, dat
niemand gevaar loopt.
•
Voor verlaten van de bestuurdersstoel aanbouwgereedschap naar de
grond omlaag brengen.
BA EW100 nl* 1.2 * Sicherheit_25022014.fm