CattronControl™ MMCU4
Gebruikershandleiding
De veiligheidsrelais kunnen worden ingeschakeld wanneer de MCU onder spanning staat, de OCU is
ingeschakeld en een passende adrescode wordt ontvangen van de OCU.
De veiligheidsrelais moeten worden aangesloten op de hoofdlijncontactor (ML).
Als de OCU op 'AAN' wordt gezet, wordt de hoofdlijncontactor van stroom voorzien.
Om de onder spanning staande hoofdlijn in stand te houden en eventuele functierelais te bedienen, moet een
continu herhaald geldig signaal van de OCU worden ontvangen. Als dit signaal wordt onderbroken, worden alle
uitgangen uitgeschakeld.
17.5.7 Antenne
De antenne kan rechtstreeks op de connector op de MCU-behuizing worden gemonteerd, of op afstand via een
verlengkabel.
Opmerking: Om schade te voorkomen, houdt u bij het terugplaatsen van de CPU-kaart de antenneconnector
uit de buurt van de geleidingsgleuf.
Een antenne die direct wordt gemonteerd, moet: (1) duidelijk zicht hebben op het werkgebied, (2) niet zijn
gemonteerd binnen een secundaire behuizing en (3) niet zijn gemonteerd tegen een staalconstructie die het zou
ontregelen.
Als de antenne op afstand is gemonteerd, sluit u de coax verlengkabel aan op de connector op de MCU-
behuizing.
Opmerking: De antenneconnectorkabel in de MCU-behuizing blijft in een clip naast de RF-module zitten. Dit
zorgt ervoor dat als de antenneconnectorkabel in de behuizing wordt losgekoppeld, deze niet in
contact komt met blootliggende, onder spanning staande klemmen. Bij het vervangen van de MCU
moet de antenneconnectorkabel door deze clip worden gevoerd om hem vast te zetten.
Installatievoorschriften:
•
De coax-antenneverlengkabel mag niet langer zijn dan nodig, en maximaal 15 meter lang (zonder verdere
verwijzing naar uw leverancier).
•
Controleer of de coaxkabel van het type RG58AU of vergelijkbaar is.
•
Als de coaxkabel wordt aangesloten op een antenne die aan de buitenkant van een secundaire behuizing is
gemonteerd, kan deze rechtstreeks van de MCU-behuizing naar de secundaire connector voor
behuizingmontage worden geleid. Monteer de coaxkabel stevig en houd deze uit de buurt van alle
stroomvoerende geleiders.
•
Als de coaxkabel naar een antenne-afstandsbediening van de MCU-locatie gaat, houd hem dan gescheiden
van eventuele stroomvoerende geleiders en monteer hem ter bescherming in een metalen leiding.
•
Als de MCU binnen een secundaire behuizing wordt gemonteerd, moet de metalen leiding correct worden
gemonteerd met aarding op de secundaire behuizing.
•
Als de MCU-behuizing rechtstreeks op de kraan of machine wordt gemonteerd, installeer dan een
afsluitverdeeldoos naast de antenneconnector met een geschikte wartel om de coaxkabel naar buiten te
leiden en aan te sluiten op de antenneconnector op de MCU.
9M02-7755-A001-NL
66