CattronControl™ MMCU4
Gebruikershandleiding
Wanneer een Range Control-functie is geactiveerd, kan de MCU worden geprogrammeerd om elke specifieke
actie te ondernemen die nodig wordt geacht, maar meestal zijn deze acties de volgende:
•
Close Start wordt gebruikt om het systeem in te schakelen, maar alleen wanneer commandofuncties
neutraal zijn
•
Bereiklimiet wordt gebruikt om bewegingen uit te schakelen; het is alleen mogelijk om ze opnieuw in te
schakelen zodra de functies neutraal zijn en de OCU terug binnen het RL-bereik ligt
•
Maximumbereik wordt gebruikt om bewegingen uit te schakelen; het is alleen mogelijk om ze opnieuw in te
schakelen zodra de functies neutraal zijn en de OCU terug binnen het RL-bereik ligt
18.5.4 Verschillen tussen IR en RF sluiten start
Deze Range Control-functies, en in het bijzonder de Close Start functie, zijn mogelijk met behulp van RF zoals
hier beschreven of met behulp van infrarood. Er zijn enkele opmerkelijke verschillen tussen RF en IR, en daarom
verschillen RF-en IR-afstandsbedieningsfuncties op de volgende manieren:
•
IR vereist de toevoeging van een of meer IR-zenders en -ontvangers op de machine en de OCU. RF maakt
gebruik van de radio's die al worden gebruikt voor de gegevensoverdracht, en is dus inherent eenvoudiger
en kan minder kosten.
•
RF is niet directioneel, maar IR is zeer directioneel en vereist dat de OCU goed wordt uitgelijnd met een
duidelijke zichtlijn voordat een nauwe start mogelijk is, terwijl RF alleen een algemene uitlijning vereist.
•
IR heeft een relatief kort bereik, wat goed is voor Close Start en zoneregeling. RF heeft een relatief lange
afstand, waardoor zowel een nauwe start als een bereik limiet mogelijk is.
•
IR kan worden geblokkeerd door sommige lichtbronnen zoals lassen, maar RF wordt niet geblokkeerd.
18.5.5 Bedrijfsmodi
Er zijn drie bedrijfsmodi zoals hieronder beschreven. Het is mogelijk om slechts één modus of een combinatie van
Close Start en Bereiklimiet, of Bereiklimiet en Minimumbereik, maar niet Close Start en Minimumbereik te
selecteren.
18.5.5.1 Close Start
Close Start (CS) is de primaire modus die zowel beveiliging handhaaft en kan worden ingesteld met een goede
mate van precisie. Wanneer deze is ingesteld, moet een operator de kraan of machine benaderen voordat het
mogelijk is om de afstandsbediening en de versterkingsregeling van de machine te resetten. Normaalgesproken
wordt het close-start bereik ingesteld op ongeveer 6 m (20 ft) maximaal. Deze zone is ingesteld als een
9M02-7755-A001-NL
Afbeelding 49: De signaalsterkte neemt af naarmate de afstand toeneemt
KRAAN
ANTENNE
Sterkste signaal
Close Start
regio van betrouwbare
Zone
controle meestal 10-
3-6m
77
Regiobereik van
Zonebereik
intermitterende
bediening meestal
15-30m
15m