2.7 Veiligheidsinrichtingen
B1001124_nl | Gebruikshandleiding Pelletketel PE1 Pellet
2.1
KETEL UIT (uitschakeling van de ketel bij oververhitting)
r Op "Kessel AUS" (Ketel uit) drukken
Ä Automatisch bedrijf wordt uitgeschakeld
Ä De besturing schakelt de ketel gecontroleerd uit
Ä De pompen blijven draaien
3
HOOFDSCHAKELAAR(uitschakeling van de stroomtoevoer)
Voor werkzaamheden aan/in de ketel:
r Op "Kessel AUS" (Ketel uit) drukken
Ä Automatisch bedrijf wordt uitgeschakeld
Ä De besturing schakelt de ketel gecontroleerd uit
r Hoofdschakelaar uitschakelen en ketel laten afkoelen
4
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER (STB) (bescherming tegen oververhitting)
De STB schakelt de verwarming uit bij een keteltemperatuur van 100°C. De pompen
blijven draaien. Zodra de temperatuur onder ca. 75°C is gedaald, kan de STB mechanisch
ontgrendeld worden.
5
DEURCONTACTSCHAKELAAR (bescherming tegen verstrikt raken in bewegende
onderdelen)
Als de isolatiedeur wordt geopend tijdens het verwarmingsbedrijf van de ketel, dan stoppen
alle aggregaten, om verwonding door bewegende componenten te verhinderen. Blijft de
isolatiedeur langer dan 10 seconden geopend, dan wordt de ketel automatisch
gecontroleerd uitgeschakeld.
SV
VEILIGHEIDSVENTIEL (beveiliging bij oververhitting/overdruk)
Wanneer een keteldruk van max. 3 bar wordt bereikt, gaat het veiligheidsventiel open en
blaast het het verwarmingswater af in de vorm van damp.
2.1
1
0
4
3
SV
veiligheid | 2
5
11