3.3.3 Bedrijfswijze onafhankelijk van de omgevingslucht (RLU)
Algemene vereiste
Luchttoevoerleiding
B1001124_nl | Gebruikshandleiding Pelletketel PE1 Pellet
De verbrandingslucht wordt via een aparte leiding van buiten het gebouw naar de ketel
gevoerd. De toevoer moet zo worden gedimensioneerd dat de totale drukval bij nominale
belasting niet meer dan 20 Pa bedraagt.
De ventilatie van de installatieruimte moet worden verzekerd door middel van vrije of
mechanische ventilatie, op voorwaarde dat er geen ontoelaatbare onderdruk van meer
dan 4 Pa in de installatieruimte ontstaat.
4
3
2
1
Ketel in omgevingsluchtonafhankelijk bedrijf
2
Verbrandingsluchtaansluiting op de ketel
3
Rookgasaansluiting op de ketel
4
Luchttoevoerkanaal via systeemschoorsteen (LAS)
5
Luchttoevoerkanaal van buiten
De ketel heeft een centrale verbrandingsluchtaansluiting (2) waarop het
luchttoevoerkanaal is aangesloten. De verbrandingslucht kan worden aangevoerd via de
trek van een systeemschoorsteen (4) of rechtstreeks van buiten het gebouw via een
apart luchttoevoerkanaal (5).
10
6
Neem de volgende instructies in acht bij het installeren van de
verbrandingsluchttoevoer (leidingwerk):
▪ Laat indien nodig de drukval in de verbrandingsluchttoevoer (6) berekenen door een
specialist
(weerstand in het luchttoevoerkanaal max. 20 Pa)
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem | 3
1
d
7
r
8
9
1
3
5
2
2
17