Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
2.3 Aarding
De vaatwasser moet worden aangesloten op de aarding van het gebouw of op een ander getest
en goedgekeurd systeem volgens de betreffende geldende normen.
OPGELET!
Denk eraan dat de aansluiting op de aarding in ieder geval op zich niet in staat is om
de contactspanning te verminderen. Om die reden is het noodzakelijk dat er actieve
inrichtingen aanwezig zijn die in staat zijn om de spanningsstroom binnen de voorziene tijden
te onderbreken, volgens de Norm CEI 64-8 of de equivalente Europese Norm voor installaties
in openbare ruimten.
2.4 Hydraulische aansluiting
Sluit de bij de vaatwasser meegeleverde aanvoerslang aan op een wateraansluiting van ¾", ter
vervanging van eventuele bestaande leidingen.
De maximale temperatuur van het aanvoerwater is 55°C.
De druk van het aanvoerwater moet voldoen aan de grenswaarden aangegeven onder de
technische gegevens (200/350 kPa)
Enkele aanvullende aanwijzingen:
• Wij bevelen aan om drukregelaars te gebruiken wanneer de wateraanvoer plaatsvindt via
een autoclaaf met een druk die hoger is dan de normale bedrijfsdruk van het waternet.
• Als de druk van het beschikbare water minder dan 1,5 bar bedraagt, moet een externe pomp
voor drukverhoging geïnstalleerd worden om een correcte spoelfase te waarborgen.
• Als de waterhardheid meer dan 14°f bedraagt, wordt aanbevolen om een externe
waterontharder te installeren om de vorming van kalk en onvoldoende spoelresultaten te
vermijden.
• Als de waterhardheid hoger is dan 14°f, treedt kalkvorming op.
Als de waterhardheid minder is dan 8°f, is de spoeling niet efficiënt.
De wateraansluiting gebeurt door middel van een normale schroefkoppeling op een kraan voorzien
van een handgreep of handwiel (afb. 8).
Het is aanbevolen om een geschikte pakking te plaatsen in de koppeling tussen de aanvoerleiding
en de kraan (afb. 8).
17
NL
17
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
