3 Principe en systeemintroductie
3.1 Stroom
De stroombron bestaat uit één 24V lithiumbatterij in serie om de 24V loop-
motor en oliepompmotor aan te drijven. De loopmotor en de wielreductor zijn
verbonden door splines om de bewegingsbeweging van de machine aan te drijven
. De tandwielpomp en de uitgaande as van de motor zijn verbonden door splines
om de hydraulische systeem van stroom te voorzien.
3.2 Hydraulisch systeem
Wanneer de oliepompmotor werkt, stuurt de hydraulische pomp de drukolie
naar het functiekleppenblok, dat is uitgerust met een richtingsschakelklep voor ver-
schillende acties. Om gerelateerde componenten te beschermen en systeemdruk-
overbelasting te voorkomen, is het kleppenblok uitgerust met een overdrukklep.
3.3 Elektrisch systeem
Een 24V lithiumbatterij in serie drijft een 24V motor aan om de rijfunctie of
de werking van het hydraulische systeem te realiseren.
De machine wordt geleverd met een oplader, die een externe stroomvoor-
ziening nodig heeft om de batterij op te laden.
3.4 Besturingssysteem
Het systeem bestaat uit twee controllers om de functies van de machine te regelen.
Een controller is geïnstalleerd op de rechterdeur van de machine, die het heffen van de
schaar en de nooddaalfunctie regelt. Een andere controller is gemonteerd op het platform
om het rijden en sturen te regelen, evenals het heffen en dalen van de schaar en de
steunpoten. De controller communiceert met gegevens via een CAN-bus.
3.5 Veiligheidsmaatregelen
Een reeks hoeksensoren en eindschakelaars geven signalen aan de controller.
27