Parameter 303
Stroomgrens
De interne stroombegrenzing heeft betrekking op de schijnstroom. In het veldverzwak-
kingsgebied verlaagt de regelaar automatisch de stroombegrenzing om de kipbeveili-
ging voor de aangesloten motor te realiseren.
Parameter 320
Automatische afstelling
Als de afstelling is geactiveerd, wordt de motor steeds gekalibreerd als naar de bedrijfs-
soort ENABLE wordt omgeschakeld.
Parameter 321
Boost
Als parameter P320 Automatic adjustment = "Aan" is, stelt de regelaar de parameter
P321 BOOST automatisch in. Over het algemeen hoeft deze parameter niet handmatig
ingesteld te worden.
In uitzonderlijke gevallen is een handmatige instelling zinvol om het losbreekkoppel te
verhogen.
Parameter 322
IxR-compensatie
Als parameter P320 Automatic adjustment = "Aan" is, stelt de regelaar de parameter
P322 IxR adjustment automatisch in. Handmatige wijzigingen van deze instelling zijn
voor de optimalisatie door specialisten voorbehouden.
Parameter 323
Voormagnetisatie
Door de voormagnetisatietijd kan er bij de vrijgave van de regelaar een magnetisch veld
worden opgebouwd in de motor.
Parameter 324
Slipcompensatie
De slipcompensatie verhoogt de toerentalnauwkeurigheid van de motor. Voer bij hand-
matige instelling de nominale slip van de aangesloten motor in.
De slipcompensatie is berekend voor een verhouding van het massatraagheidsmoment
last/motor van kleiner dan 10. Als de regeling gaat oscilleren, moet de slipcompensatie
gereduceerd en indien nodig zelfs op 0 ingesteld worden.
Parameter 325
Nullast-oscillatiedemping (als de DIP-switch S1/8 is gedeactiveerd)
Als het nullastgedrag van de motor naar instabiliteit neigt, kunt u voor verbetering
zorgen door de nullast-oscillatiedemping te activeren.
Parameter 340
Motorbeveiliging (als DIP-switch S1/5 is gedeactiveerd)
Activering/deactivering van het thermische beveiligingsmodel voor MOVIMOT
MOVIMOT
ging van de aandrijving over.
Parameter 341
Type koeling
Met deze parameter wordt het type koeling (eigen ventilator of onafhankelijk aange-
dreven ventilator) vastgelegd dat gebruikt wordt om de motortemperatuur te berekenen.
Parameter 347
Motorkabellengte
Met deze parameter wordt de motorkabellengte (= kabellengte tussen MOVIMOT
regelaar en motor) vastgelegd dat gebruikt wordt om de motortemperatuur te bere-
kenen. Deze parameter hoeft alleen bij de afzonderlijke montage te worden gewijzigd.
Technische handleiding – MOVIMOT
Inbedrijfstelling "Expert" met parameterfunctie
®
neemt bij activering van deze functie elektronisch de thermische beveili-
®
MM..D met draaistroommotor DRS/DRE/DRP
Parameterbeschrijving
I
8
0 0
®
®
-
123