Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hantering Van Terugkoppeling - Danfoss VLT 2800 Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 2800 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Als een stroomsignaal wordt gebruikt als terugkoppel-
signaal kan alleen spanning als analoge referentie
worden gebruikt. Gebruik onderstaand overzicht om te
bepalen welke klem moet worden gebruikt en welke
parameters moeten worden geprogrammeerd.
Referentietype
Klem
Puls
33
Spanning
53
Stroom
60
Digitale
referenties
Busreferentie
68+69
De busreferentie kan uitsluitend via seriële communi-
catie worden ingesteld.
NB!
Klemmen die niet worden gebruikt, kun-
nen het beste vooraf worden ingesteld op
Geen functie [0].
Differentiële versterkingslimiet
Als het referentiesignaal of het terugkoppelsignaal van
een toepassing sterk varieert, zal de afwijking tussen
de referentie/het instelpunt en de actuele procesmo-
dus snel wijzigen. De differentiator kan in dat geval te
dominant worden. Dit komt omdat deze reageert op de
afwijking tussen de referentie en de actuele proces-
modus: hoe sneller de afwijking verandert, hoe krach-
tiger de frequentiebijdrage van de differentiator wordt.
De frequentiebijdrage van de differentiator kan daar-
om zodanig worden beperkt dat zowel een redelijke
differentiatietijd voor langzame veranderingen als een
geschikte frequentiebijdrage voor snelle veranderin-
gen mogelijk wordt. Dit is mogelijk met behulp van de
snelheidsregeling in parameter 420 Snelheids-PID diff.
versterkingslimiet en de procesregeling in parameter
443 Proces-PID diff. versterkingslimiet.
Laagdoorlaatfilter
Als er sprake is van veel ruis op het terugkoppelsignaal
kan dit worden gedempt met behulp van een geïnte-
greerd laagdoorlaatfilter. Vooraf wordt een geschikte
tijdconstante voor het laagdoorlaatfilter ingesteld.
Als het laagdoorlaatfilter is ingesteld op 0,1 s zal de
kantelfrequentie 10 RAD/s zijn, wat overeenkomt met
(10 / 2 x π) = 1,6 Hz. Dit houdt in dat alle stromen/
spanningen die met meer dan 1,6 trillingen per secon-
de variëren worden gedempt. Met andere woorden: er
vindt alleen regulering plaats op basis van een terug-
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
koppelsignaal dat varieert met frequentie van minder
dan 1,6 Hz. Voor een snelheidsregeling wordt de juiste
tijdconstante ingesteld in parameter 421 Snelheids-
PID laagdoorl.filtertijd en voor procesregeling wordt de-
ze ingesteld in parameter 444 Proces-PID laagdoorl.fil-
tertijd.
Parameters
307, 327
Omgekeerde regeling
308, 309, 310
Bij een normale regeling wordt de motorsnelheid ver-
314, 315, 316
hoogd wanneer de referentie/het instelpunt hoger is
215-218
dan het terugkoppelsignaal. Als het nodig is een om-
gekeerde regeling te gebruiken, waarbij de snelheid
wordt verlaagd wanneer de referentie/het instelpunt
hoger is dan het terugkoppelsignaal, moet parameter
437 Proces-PID normaal/inv worden ingesteld op Ge-
inverteerd.
Integratiebegrenzing
In de fabriek is de procesregelaar ingesteld met een
actieve integratiebegrenzingsfunctie. Deze functie
houdt in dat wanneer er een frequentiebegrenzing,
stroombegrenzing of spanningsbegrenzing wordt be-
reikt, de integrator wordt geïnitialiseerd op een fre-
quentie die overeenkomt met de actuele uitgangsfre-
quentie. Hiermee kan integratie worden voorkomen bij
een afwijking tussen de referentie en de actuele pro-
cesmodus die niet kan worden gereguleerd door mid-
del van een verandering van de snelheid. Deze functie
kan worden uitgeschakeld in parameter 438 Proces-
PID integratiebegrenzing.
Startcondities
Bij sommige toepassingen zal het, bij een optimale in-
stelling van de procesregelaar, betrekkelijk lang duren
voordat de gewenste processituatie is bereikt. Bij deze
toepassingen kan het nuttig zijn om een uitgangsfre-
quentie te definiëren waarmee de frequentieomvormer
de motor moet aandrijven voordat de procesregelaar
wordt geactiveerd. Dit is mogelijk door een startfre-
quentie te programmeren in parameter 439 Proces-
PID startfrequentie.

Hantering van terugkoppeling

In dit stroomschema wordt aangegeven hoe terugkop-
peling wordt gehanteerd.
In het stroomschema is te zien welke parameters de
hantering van de terugkoppeling beïnvloeden en hoe.
Er kan een keuze worden gemaakt tussen spanning,
stroom en pulsterugkoppelingssignalen.
®
VLT
2800-serie
105

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave