NB!
Parameters 108 Statorweerstand R
109 Statorreactantie X
niet meer worden gewijzigd nadat de ge-
gevens van het typeplaatje zijn ingesteld.
Beschrijving van de keuze:
Stel R
als volgt in:
S
1.
Gebruik de fabrieksinstellingen van R
frequentie-omvormer zelf kiest op basis van
de gegevens van het motorplaatje.
2.
De waarde wordt gegeven door de leveran-
cier van de motor.
3.
De waarde wordt verkregen door middel van
handmatige metingen: R
den door de weerstand R
twee faseklemmen te meten. Als R
kleiner is dan 1-2 ohm (typisch voor motoren
> 5,5 kW, 400 V), moet een speciale ohm-
meter worden gebruikt (Thomsonbrug of ge-
lijksoortig). R
= 0,5 x R
S
4.
R
wordt automatisch ingesteld wanneer
S
AMA voltooid is. Zie parameter 107 Automa-
tische aanpassing aan de motor.
109
Statorreactantie X
(STATOR REACTANCE)
Waarde:
0,00 - X,XX Ω
Afhankelijk van de geselecteer-
Functie:
Nadat de motorgegevens zijn ingesteld in de parame-
ters 102-106 Gegevens motortypeplaatje wordt auto-
matisch een aantal parameters aangepast, inclusief
de statorreactantie X
. De asprestaties kunnen wor-
S
den verbeterd door R
en X
S
volgens onderstaande procedure.
Beschrijving van de keuze:
X
kan als volgt worden afgesteld:
S
1.
De waarde wordt opgegeven door de leve-
rancier van de motor.
2.
De waarde wordt verkregen door middel van
handmatige metingen; X
door een motor aan te sluiten op de netvoe-
ding en de spanning tussen de fasen, U
de ruststroom,
φ
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
74
en
S
mogen gewoonlijk
S
die de
S
kan gemeten wor-
S
tussen de
FASE-FASE
FASE-FASE
.
FASE-FASE
S
de motor
nauwkeurig af te stellen
S
wordt verkregen
S
, en
M
, te meten.
MG.27.E3.10 – VLT
®
VLT
2800-serie
U
M
X
=
s
3 ×
X
: Zie parameter 142.
L
3.
Gebruik de fabrieksinstellingen voor X
de frequentieomvormer zelf kiest op basis
van de gegevens van het motortypeplaatje.
117
Resonantiedemping
(resonance damping)
Waarde:
UIT - 100%
UIT %
Functie:
Het is mogelijk om de resonantiedemping in CT-mo-
dus te optimaliseren. De mate van invloed wordt via
deze parameter aangepast.
De waarde kan worden ingesteld tussen 0% (UIT) en
100%. 100% komt overeen met 50% reductie van de
U/F-verhouding.
De standaardwaarde is UIT.
Interne instellingen (vast):
Het resonantiefilter is actief vanaf 10% van de nomi-
nale snelheid en hoger.
In dit geval 5Hz en hoger.
Snelheid om van 0 tot nominaal flux-niveau te gaan:
500 ms
Snelheid om vanaf 0 tot flux-niveau te gaan: 500 ms
Beschrijving van functionaliteit:
Het filter bewaakt de actieve motorstroom en past de
motorspanning volgens de onderstaande afbeelding
aan. Het filter reageert op niveaus die verwijzen naar
de nominale motorspanning.
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
X
L
−
I
2
ϕ
die
S
[OFF - 100]
[OFF]