1.48
Venkon
KaControl voor Venkon
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
10.3.5.2 Instelling modus automatische omschakeling verwarmen/koelen
Parameter P38
Via parameter P38 wordt de modus automatisch vast ingesteld, omdat de modi verwarmen en
koelen uitsluitend via de aanlegsensor worden gespecificeerd.
Parameter P38 is ook voor de functie „ON/OFF en eco/dag" (zie paragraaf 10.3.3) in te stellen.
In de volgende tabel staan de instellingen van parameter P38 weergegeven
.
Functie
P38
8 =
omschakeling eco/dagmodus
26 =
omschakeling eco/dagmodus + omschakeling verwar-
men/koelen via aanlegsensor (2-pijps systeem)
72 =
omschakeling AAN/UIT
90 =
omschakeling
verwarmen/koelen via aanlegsensor (2-pijps systeem)
Als in een 2-pijps systeem de omschakeling via een aanlegsensor verloopt, moet parameter P38
afhankelijk van opvraging op P38=26 of P38=90 worden ingesteld.
10.3.5.3 Grenswaarde verwarming
Parameter P10, P11, P12
Via parameters P10, P11, P12 worden de grenswaarden voor het inschakelen van de
ventilatorstanden tijdens verwarmen ingesteld.
Functie
P10 Grenswaardetemperatuur voor het vrijgeven van ventila-
torstand 1 tijdens verwarming
P11 Grenswaardetemperatuur voor het vrijgeven van ventila-
torstand 2 tijdens verwarming
P12 Grenswaardetemperatuur voor het vrijgeven van ventila-
torstand 3 tijdens verwarming
De regeling bewaakt permanent de watertemperatuur en geeft de verwarming en de
ventilatorstanden uitsluitend vrij als de watertemperatuur de ingestelde grenswaarden heeft
overschreden.
Als na uiterlijk 5 minuten de grenswaardetemperatuur conform P10 niet wordt bereikt, wordt de
klep gesloten en na 4 uur opnieuw 5 minuten lang (zie cyclisch openen en sluiten van de klep)
opengeschoven.
Als de verwarming op grond van de watertemperatuur niet kan worden ingeschakeld, knippert
het verwarmingssymbool op het display
.
40
AAN/UIT
+
omschakeling
Standaard Min
Max
72
0
255
Standaard Min
Max
29
0
255
33
0
255
37
0
255
Eenheid
Eenheid
°C
°C
°C