1.48
Venkon
KaControl voor Venkon
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
10.3.8
Indicatie verwarmingssymbool / koelsymbool
Parameter P55
Via parameter P55 kan het display van het verwarmings- en koelsymbool in de automatische modus
worden in- en uitgeschakeld.
Functie
P55
0 = verwarmings- en koelsymbool zijn permanent
onderdrukt
1 = verwarmings- en koelsymbool worden afhankelijk
van opvraging ingevoegd
10.3.9
Functie analoge ingangen B1, B2, B3
De functies van de analoge ingangen worden gespecificeerd via de DIP-schakelaarinstellingen en
kunnen niet worden gewijzigd via parameterinstellingen.
De gebruiker kan via offsetwaarden de temperatuursensors bij de analoge ingangen B1−B3
afstellen. De temperatuursensor moet bij de eerste inbedrijfstelling en bij elk onderhoud worden
afgesteld.
10.3.9.1 Sensorafstelling
Parameter P58 − P65
Via parameter P58 − P65 kan een sensorafstelling worden uitgevoerd. De temperatuursensor moet
bij de eerste inbedrijfstelling en bij elk onderhoud worden afgesteld.
Functie
P58
Offset analoog ingang B1 tijdens koeling
P59
Offset analoog ingang B1 tijdens verwarming
P60
Offset analoog ingang B1 in de automatische modus
P61
Offset sensor in de KaController
P62
Offset analoog ingang B2 tijdens koeling
P63
Offset analoog ingang B2 tijdens verwarming
P64
Offset analoog ingang B3 tijdens koeling
P65
Offset analoog ingang B3 tijdens verwarming
Standaard wordt de gewenste temperatuurwaarde op het display aangegeven. Voor de
sensorafstelling is het nodig om de gemeten temperatuur aan te geven.
Om bv. de kamertemperatuur te kunnen aangeven moet parameter P37=1 worden ingesteld
(indicatie op het display kamertemperatuur, zie paragraaf 10.3.1).
44
Standaard Min
Max
1
0
1
Standaard Min
Max
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
0
-99
127
Eenheid
Eenheid
°C / 10
°C / 10
°C / 10
°C / 10
°C / 10
°C / 10
°C / 10
°C / 10