INstAllAtIE
ElEktrIscHE AANslUItINgEN
Opgelet: De compressor mag slechts in één
!
draairichting draaien. Als tijdens het opstarten van de
compressor de fout GEEN VERMOGEN op het display
van de WPMiw verschijnt, dient u de richting van het
draaiveld te wijzigen door twee fasen om te wisselen.
aansluitvermogen aanvullende verwarming
Voor een aanvaardbaar warmwatercomfort moet de aanvullende
verwarming worden aangesloten! Op de sticker onder het
vermogensplaatje moet het vakje voor het overeenkomstige
aansluitvermogen worden aangekruist.
11.2.1 Aansluiting X3: Toestel en aanvullende verwarming
Netaansluiting
WP
warmtepomp (compressor)
L1, L2, L3, N, PE
DHC aanvullende verwarming
L1, L2, L3, N, PE
Aansluitvermogen Klemaansluiting
2,6 KW
L1
3,0 KW
3,2 KW
5,6 KW
L1
5,8 KW
L1
6,2 KW
8,8 KW
L1
26
| WPF E | WPF cool
N
PE
L2
N
PE
L3
N
PE
L2
N
PE
L3
N
PE
L2
L3
N
PE
L2
L3
N
PE
11.2.2 Aansluiting X4: Sturing
Netaansluiting: L, N, PE
Uitgangen:
ON
Compressorsignaal
KS
Warmtedragerpompsignaal
KUE
Koelen
MKP
Mengcircuitpomp en N, PE
M(A)
Mengklep open
M(Z)
Mengklep dicht
HKP
Verwarmingscircuitpomp en N, PE
UP
Pomp
WW
Warm water
Steuerung Sturing
Voorzichtig
!
Indien zeer efficiënte circulatiepompen worden
gebruikt, mogen deze niet rechtstreeks worden
geschakeld.
f Dan dient er een extern relais te worden gebruikt
f
met een schakelvermogen van ten minste 10 A/250
V AC.
Stuuringangen:
EVU
L´ EVU-vrijgavesignaal
www.stiebel-eltron.com