INstAllAtIE
INgEBrUIkNAmE
11.3 afstandsbediening Fe 7
Aansluitveld FE 7
Met de afstandsbediening FE 7 kan de nominale kamertemperatuur
voor verwarmingscircuit 1 of verwarmingscircuit 2 enkel in
automatische werking met ± 5 °C worden gewijzigd. Bovendien
kan de werkwijze worden veranderd. Ze moet aan de klemmen
Afstandsbed.1 en Afstandsbed.3 op klemmenblok X2 en op het
ground-klemmenblok X26 van het toestel worden aangesloten.
11.4 afstandsbediening FeK
Opmerking!
!
Bij de WPF...cool is de FEK bij oppervlaktekoeling bijv.
vloerverwarming, koelplafonds,... absoluut vereist.
Hiermee wordt niet alleen de kamertemperatuur
bepaald, maar ook de dauwpunttemperatuur om
condenswatervorming te vermijden.
aansluitveld FeK
1 2 3 4 5 6
H L
Met de afstandsbediening FEK kan niet alleen de werkwijze
worden veranderd, maar ook de nominale kamertemperatuur voor
verwarmingscircuit 1 of verwarmingscircuit 2 met ± 5 °C worden
gewijzigd. Ze moet worden aangesloten op de klemmen H, L, I en
+ op het klemmenblok X2 van het toestel.
28
| WPF E | WPF cool
+
12. Ingebruikname
Alle instellingen in de ingebruiknamelijst van de
warmtepompmanager, de ingebruikname van het toestel en de
opleiding van de gebruiker moeten worden uitgevoerd door een
vakman.
D e
i n g e b r u i k n a m e
m o e t
installatiehandleiding en de bedienings- en installatiehandleiding
van de warmtepompmanager gebeuren. Voor de ingebruikname
kunt u een beroep doen op onze klantendienst (tegen betaling).
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de
ingebruikname eventueel rekening te houden met de voorschriften
van de bedrijfszekerheidsverordening. Meer informatie hieromtrent
vindt u bij de bevoegde bewakingsinstantie (bijv. TÜV).
Na de ingebruikname moet u het ingebruiknameprotocol in deze
handleiding invullen.
12.1 Controle voor de ingebruikname
Controleer de hierna vermelde punten voor de ingebruikname.
12.1.1 Verwarmingsinstallatie
— Heeft u de verwarmingsinstallatie met de correcte druk gevuld
en de snelontluchter geopend?
Opgelet:
!
Bij vloerverwarming rekening houden met de
maximale systeemtemperatuur.
12.1.2 temperatuurvoelers
— Heeft u de buitenvoeler en de retourvoeler (in combinatie met
bufferreservoir) juist aangesloten en geplaatst?
12.1.3 netaansluiting
— Heeft u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
— Als bij het aanleggen van de spanning op de aansluiting WP
(net) geen foutmelding op het display verschijnt, is het draaiveld
juist aangesloten. Als de foutmelding geen vermogen verschijnt,
moet de draairichting worden gewijzigd door de polarisatie om
te keren.
12.2 eerste ingebruikname
12.2.1 Instelling stooklijn
Het rendement van een warmtepomp gaat achteruit naarmate
de aanvoertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn
nauwkeurig in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld,
sluiten de zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste
minimale debiet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan
worden gehaald.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct
instellen:
— T h e r m o s t a t i s c h e
k r a a n / k r a n e n
kranen in een regelkamer (bijv. de woonkamer of de
badkamer) volledig openen.
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of zonekranen
te monteren in de regelkamer. Regel voor deze ruimtes de
temperatuur met behulp van een afstandsbediening.
o v e r e e n k o m s t i g
d e z e
o f
z o n e k r a a n /-
www.stiebel-eltron.com