Automatisch Vetsmeersysteem qïáåJP ==
OKP
aÉ=qïáå=éçãéìåáí
De Twin pompunit bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen worden getoond in
Figuur 2.2.
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
1. Volgzuiger
2. Vetreservoir
3. Roermechanisme
4. Nok
5. Cilinder en plunjers (3x)
6. 5/2-wegventiel
7. Uitgang primaire smeerleiding A
8. Uitgang primaire smeerleiding B
9. Mechanische transmissie
Figuur 2.2
Het hart van de pomp is een elektrische aangedreven plunjerpomp. Deze pomp bestaat uit drie
radiaal geplaatste vaste cilinders en plunjers (5). De elektromotor drijft de as aan door middel van
de mechanische transmissie (9). Een nok (4) is gemonteerd op de as die de drie plunjers heen en
weer beweegt, zodat het vet via de primaire smeerleidingen naar de verdelerblokken gepompt
wordt. Behalve de nok drijft de as ook het roermechanisme aan (3) dat onderin het reservoir zit en
drukt het vet naar beneden. Tussen de pomp en de smeerkanalen naar de primaire leidingen zit
een compressiekanaal. In het compressiekanaal zitten een veiligheidsklep (14) en een 5/2-
wegventiel (6).
De veiligheidsklep is een beveiliging die het vet terugleidt naar het reservoir als de vetdruk boven
de 250 bar komt. Het 5/2-wegventiel bepaalt via welke primaire smeerleiding (A of B) de smering
plaatsvindt. Deze heeft een belangrijke taak bij het uitvoeren van de vier fasen van de smeercyclus
(zie paragraaf 2.2).
NM
Werkingsprincipe
10. Elektromotor
11. Besturingséénheid
12. Testdrukknop
13. Vulkoppeling met vetfilter
14. Veiligheidsklep
15. Ontluchtings- en vetoverloopuit-
gang
16. Elektrische connector
17. Minimumniveauschakelaar
Twin pumpunit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
18. Geleidestang volgzuiger
19. Ontluchtings- en
vetoverloopkanaal, aangesloten
op de ontluchtings- en
vetoverloopafvoer (nr. 15)
=
cONQMOOoMR