Groeneveld. Dit geldt ook voor de bijbehorende tekeningen en schema’s. Groeneveld behoudt zich het recht voor om onderdelen op elk gewenst moment te wijzigen, zonder vooraf- gaande of direct kennisgeving aan de afnemer. De inhoud van deze handleiding kan eveneens gewijzigd worden zonder voorafgaande waarschuwing.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Voorwoord Deze algemene handleiding geeft beschrijving SingleLine Automatisch Vetsmeersysteem. Het doel is inzicht te geven in de werking en de mogelijkheden van het systeem. Daarnaast vindt u in deze handleiding de technische gegevens van verschillende componenten van het Twin automatisch smeersysteem.
Algemene informatie Inleiding Met een automatisch smeersysteem van Groeneveld worden alle smeerpunten van een voertuig of een machine automatisch gesmeerd, op het juiste ogenblik en met de juiste hoeveelheid vet. Aangezien smering plaatsvindt terwijl het voertuig of de machine in werking is, wordt het gebruikte vet optimaal over het gehele te smeren oppervlak verdeeld.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Systeemoverzicht Systeem met pneumatische pomp en SLT 1. Pomp 4. Accu 7. Drukschakelaar 2. SLT 5. Doseur 8. Magneetventiel 3. Contactslot 6. Distributieblok 9. Compressor Figuur 2.1 Systeem met pneumatische pomp en SLT Op een bepaald tijdstip, ingesteld op de SLT, wordt de stroomkring naar het magneetventiel gesloten.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Systeem met pneumatische zuigerpomp en remmenteller Aanhangers en opleggers worden in de regel met een remmenteller uitgerust en niet met een SLT. Dit vanwege het ontbreken van een constante elektrische spanning. De standaard uitvoering van de remmenteller is pneumatisch bediend, waardoor gebruik wordt gemaakt van de commandoluchtaansluiting (nr.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine 2.2.2 Systeem met elektrische remmenteller 1. Pomp 5. Distributieblok 2. Remmenteller 6. Doorstroombegrenzer 3. Commando-impuls 7. Compressor 4. Doseur Figuur 2.3 Systeem met een elektrische remmenteller In grote lijnen komt dit systeem overeen met het systeem met pneumatische remmenteller. De commando-impuls is nu echter afkomstig van de stoplichtschakelaar.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Systeem met elektrische tandradpomp 1. Pomp 4. Accu 2. SLT 5. Doseur 3. Contactslot 6. Distributieblok Figuur 2.4 Systeem met elektrische tandradpomp De SLT start de tandradpomp. Het vet in het reservoir wordt via de hoofdleiding naar de distributieblokken gepompt.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Systeem met een elektrische axiaal plunjerpomp 1. Pomp 5. Primaire leiding 2. SLT 6. Secundaire leiding 3. Contactslot 7. Doseur 4. Accu 8. Distributieblok Figuur 2.5 Systeem met een elektrische axiaal plunjerpomp De SLT start de plunjerpomp. Het vet in het reservoir wordt via de hoofdleiding naar de distributieblokken gepompt.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine 3.1.2 Werkingsprincipe Als op de persluchtaansluiting (10) druk wordt gezet, wordt de hoofdzuiger (11) omhooggedrukt, waardoor het vet in de kamer (15) wordt samengeperst. De vetdruk in de kamer (15) drukt de klep (16) tegen de zitting. De doorgang (17) naar het reservoir (1) wordt hierdoor afgesloten.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine 3.2.2 Werkingsprincipe De tandradpomp (10) wordt ingeschakeld door de SLT. Het vet wordt nu vanuit het reservoir (11) via de hoofdleiding (6) naar de distributieblokken gepompt. De pomp blijft draaien gedurende de totale cyclustijd. Deze cyclus- of impulstijd is 3 minuten. De pomp bouwt gedurende de cyclus de vetdruk steeds verder op.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine 3.3.2 Werkingsprincipe De plunjerpomp (5) bestaat uit zes vaste plunjers met daaronder een drukring. De zes plunjers worden aangedreven door de electromotor (9) via een mechanische overbrenging. In het kanaal tussen de drukring en de uitgang (6) van de pomp zijn een drukregelventiel (14) en een elektrisch bediende retourklep (10) ingebouwd.
Groeneveld raad u aan om de PC-GINA gebruikershandleiding aandachtig door te lezen voordat u de PC-GINA software op de SLT aansluit. In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u de SLT kunt instellen voor uw Groeneveld automatisch smeersysteem. Instellen van de smeerinterval tijd De smeerinterval tijd kan worden ingesteld met de smeerinterval draaischakelaar (Figuur 4.1/3) van...
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Instellen van de smeerinterval pulsen De smeerinterval pulsen kunnen worden ingesteld met draaischakelaar (Figuur 4.1/3) van de SLT. Draai deze met een passende schroevendraaier in gewenste positie. Bij het draaien van de draaischakelaar is bij iedere positie als bevestiging een korte pieptoon hoorbaar. Een smeercyclus start automatisch na iedere afgewerkte smeercyclus en het ingestelde aantal pulsen.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Draai de pomptijd draaischakelaar (Figuur 4.1/1) op de juiste positie na het vaststellen van de tijd tussen het starten van de handmatig opgeroepen smeercyclus en het op-druk signaal. De juiste positie: rond de gemeten pomptijd af naar de eerstvolgende hele minuut en tel daarbij 1 minuut op (zie voorbeeld).
Als er, via het SingleLine PC-GINA programma, is gekozen voor de alarm lamp constant aan, gaat de alarm lamp constant aan na het detecteren van een storing. De buzzer behoudt de hoorbare pieptoon-functie indien deze niet is uitgeschakeld.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Remmenteller Op opleggers en aanhangers is in de regel geen constante spanning aanwezig. Een SLT kan daarom niet worden gebruikt. In plaats daarvan wordt een zogenaamde remmenteller gebruikt. Deze kan pneumatisch of elektrisch bediend zijn. Elektrische remmenteller...
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine remmenteller (Figuur 5.2) vindt bekrachtiging plaats aftakking commandoluchtleiding vóór het snelremventiel (of volgwagenreactieventiel). De commandelucht bedient een zuiger, die op zijn beurt de bedieningsnok verdraait. Na het ingestelde aantal remmingen opent de bedieningsnok het luchtventiel waardoor de perslucht doorgang krijgt naar de pomp.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Doseurs Figuur 6.1 Distributieblok met doseurs Voor het automatische vetsmeersysteem zijn 11 verschillende doseurs (1) leverbaar, elk met een andere vetopbrengst. Door een zorgvuldige keuze van het type doseur kan elk smeerpunt met de juiste hoeveelheid vet worden voorzien.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Werkingsprincipe 6.2.1 Uitgangspositie Figuur 6.3 Doseur in uitgangspositie Figuur 6.3 laat een nieuwe doseur zien. Één die nog niet met vet gevuld is. Onderdeel (1) is de afstandsring, die de vetopbrengst van de doseur bepaalt (zie paragraaf 6.1).
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine 6.2.3 Fase B Figuur 6.5 Doseur in fase B Als de pomp stopt en de vetdruk in de hoofdleiding afneemt, wordt plunjer (4) door veer (7) teruggedrukt naar links en wordt kanaal (1) afgesloten. O-ring (9) voorkomt dat vet uit kamer (6) wordt teruggezogen.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Overige componenten Magneetventiel Figuur 7.1 Magneetventiel Het magneetventiel (Figuur 7.1) tussen de luchtketel en de pneumatische pomp (meestal direct op de pomp gemonteerd), is een normale gesloten-vrij ontluchtingstype. Het ventiel wordt elektrisch aangesloten met een M24-schroefconnector. 7.1.1...
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Drukschakelaar Figuur 7.2 Drukschakelaar In het vetsmeersysteem (in de hoofdleiding) is een drukschakelaar opgenomen om een te lage vetdruk in het systeem tijdens de smeercyclus te signaleren. Deze schakelaar wordt bij 40 bar zover ingedrukt dat een massaverbinding wordt verkregen. Is dit tijdens de smeercyclus niet het geval, omdat geen of onvoldoende vetdruk is opgebouwd, dan zal dit gemeld worden.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Reservoir Figuur 7.3 Pneumatische pomp Het reservoir (2) is gemaakt van slagvast kunststof dat bestand is tegen de inwerking van wisselende temperatuursinvloeden. Het reservoir kan een hoeveelheid vet bevatten die in de meeste gevallen voldoende is voor ongeveer 4 maanden, afhankelijk van het aantal smeerpunten.
Het te gebruiken smeermiddel moet een NLGI 0-vet zijn van EP-kwaliteit en mag bovendien nooit grafiet bevatten. Special voor gebruik in automatische smeersystemen heeft Groeneveld een EP-vet in de NLGI 0- klasse ontwikkeld. In dit vet, Greenlube EP-0, zijn de beste eigenschappen van verschillende vetsoorten verenigd.
Onderhoud Algemeen Groenevelds Het onderhoud van SingleLine smeersystemen kan worden gecombineerd met het gebruikelijk onderhoud aan het voertuig of machine. WAARSCHUWING Als het voertuig of de machine wordt gereinigd met een hogedruk water/stoom reiniger, mag de pompunit van het smeersysteem niet direct blootgesteld worden aan de straal. Dit is om te voorkomen dat water de pompunit binnendringt door de ontluchtingsopeningen.
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Storingsdiagnose 10.1 Algemene storingsmeldingen Storing Oorzaak Herstel 1. Alle te smeren punten a. Pompreservoir is leeg. a. Vul het reservoir. Zie hoofdstuk 8. zijn droog. b. Reservoir gevuld met te dik b. Verwijder het reservoir en reinig het.
Alarm lamp constant aan na signaal alarm melding LET OP! Optioneel, de SLT dient te zijn ingesteld via het Groeneveld PC-GINA programma op alarm lamp altijd aan na een alarm melding. Laag niveau gemeten in reservoir. 1 korte pieptoon en/of alarm Alarm lamp constant aan.
Pagina 38
Automatisch Vetsmeersysteem SingleLine Notities Storingsdiagnose F212810R00...
Pagina 40
Groeneveld Transport Efficiency B.V., Stephensonweg 12, 4207 HB Gorinchem, P.O. Box 777, 4200 AT Gorinchem, The Netherlands, Ph : +31 183 641 400, F : +31 183 624 474, http://www.groeneveld-group.com...