Explosieve dampen in de motorruimte kunnen brand of ontploffing veroorzaken en ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben. Laat daarom voordat u de motor start de motorruimventilator eerst ten minste vijf minuten draaien of lucht de
motorruimte gedurende vijf minuten.
NB: Deze motorinstallatie is voorzien van SmartStart. Met de SmartStart-functie kan de motor met een drukknop
worden gestart. SmartStart regelt het volledige startproces, zodat u de startknop niet ingedrukt hoeft te houden of de
contactschakelaar vast hoeft te houden om de motor te starten en dan los te laten zodra de motor aanslaat. Als u de
startknop indrukt, stuurt de PCM een startsignaal naar de motor. Het startproces wordt beëindigd als de motor niet
aanslaat, en zodra de motor op een toerental van 400 omw/min komt. Als u probeert de motor te starten terwijl deze al
draait, wordt de motor uitgeschakeld.
3.
Draai de contactsleutel naar RUN.
4.
Zet de contactsleutel in de stand START en laat hem weer los of druk de start/stop-knop in en laat deze weer los. Laat
de motor als hij koud is 6 tot 10 minuten stationair draaien, of totdat de motortemperatuur is gestegen tot 60 °C
(140 °F).
5.
Als de motor na drie pogingen nog niet aanslaat:
a.
Druk de knop Alleen-gas in en plaats de afstandsbedieningshendel/gashendel in de stand 1/4 gas.
b.
Draai de contactsleutel naar START. Laat de sleutel los wanneer de motor aanslaat en laat de contactschakelaar
terugkeren naar de stand AAN.
6.
Als de motor na stap 5 nog niet aanslaat:
a.
Zet de afstandsbedienings-/gashendel naar de stand vol gas en zet hem dan weer op 1/4 gas.
b.
Draai de contactsleutel naar START. Laat de sleutel los wanneer de motor aanslaat en laat de contactschakelaar
terugkeren naar de stand AAN.
7.
Inspecteer de motorinstallatie op lekkage van brandstof, olie, water en uitlaatgassen.
8.
Zet de bedieningshendel met een snelle, kordate beweging naar voren om naar vooruit te schakelen, of naar achteren
om naar achteruit te schakelen. Nadat u hebt geschakeld, geeft u meer gas totdat u de gewenste instelling hebt
bereikt.
Als u in versnelling schakelt terwijl het motortoerental hoger is dan stationair, raakt het aandrijfsysteem beschadigd.
Schakel de aandrijving alleen in versnelling als de motor stationair draait.
De motor afzetten
1.
Zet de afstandsbedieningshendel op neutraal/stationair en laat het motortoerental dalen tot stationair. Als de motor
lange tijd met hoog toerental heeft gedraaid, laat u de motor 3–5 minuten bij stationair toerental afkoelen.
2.
De motor kan worden afgezet op een van de vier onderstaande manieren:
a.
Draai de contactsleutel naar de stand 'ACCESSORY' of 'OFF'. De motor stopt en het regelsysteem wordt
uitgeschakeld.
b.
Druk de start/stop-knop in, indien aanwezig. De motor stopt maar het regelsysteem blijft actief.
c.
Draai de contactsleutel even naar START en laat hem dan direct weer los. Het regelsysteem constateert dat de
motor draait en zet deze af. Het regelsysteem blijft actief. Als u de contactsleutel weer in de stand START zet,
wordt er een startopdracht naar het regelsysteem gestuurd en start het systeem de motor als de omstandigheden
juist zijn.
d.
Activeer de dodemansschakelaar, indien aanwezig. De motor wordt afgezet, maar het regelsysteem blijft actief.
Het regelsysteem staat niet toe dat de motor wordt gestart als de dodemansschakelaar is geactiveerd.
Gebruik Alleen gas-functie – Tow Sports op paneel gemonteerd
NB: Als het systeem in de modus alleen gas (neutraal) staat, staat het DTS-regelsysteem niet toe dat het motortoerental tot
boven 3500 omw/min stijgt.
De Zero Effort-bediening van het DTS-systeem (Digital Throttle and Shift) kan de motor of transmissie schakelen bij
hogere toerentallen dan stationair, wat een onverwachte beweging van de boot veroorzaakt en (mogelijk dodelijk) letsel
of materiële schade door verlies van de macht over de boot. Plaats de gashendel altijd in de stationairstand voordat u de
schakelhendel in een voor- of achteruitversnelling plaatst.
Op paneel gemonteerde Tow Sports afstandsbedieningen: Op paneel gemonteerde Tow Sports afstandsbedieningen
hebben geen alleen-gas knop. Om de alleen-gasmodus in te schakelen:
1.
Zie Afstandsbedieningsorganen voor de afstandsbedieningsfuncties.
2.
Zet de contactschakelaar naar de 'OFF'-stand.
3.
Zet de bedieningshendel in de stand stationair-vooruit.
90-8M0125415
MEI 2016
nld
WAARSCHUWING
!
KENNISGEVING
WAARSCHUWING
!
Hoofdstuk 2 - Op het water
Bladzijde 17