Hoofdstuk 4 - Onderhoud
•
Inspecteer de aandrijfriem voor accessoires – dealer-item
•
Vervang de PCV-klep
•
Spuit Corrosion Guard (corrosiebescherming) op de motorinstallatie
•
Inspecteer de anoden, indien aanwezig
Om de drie jaar of om de 300 uur
•
Inspecteer de bougies en de bougiekabels
•
Maak de vlamdover en de carterventilatieslangen schoon
•
Controleer of de motorsteunen goed zijn vastgezet en haal ze zo nodig overeenkomstig de specificaties aan – dealer-
item
•
Controleer het elektrisch systeem op los, beschadigd of gecorrodeerd bevestigingsmateriaal – dealer-item
•
Controleer of de slangklemmen in het koel- en het uitlaatsysteem goed zijn vastgezet. Controleer op beschadiging of
lekkage – dealer-item
•
Inspecteer en reinig het zeewatergedeelte van het gesloten koelsysteem, indien aanwezig – dealer-item
•
Reinig, inspecteer en test de drukdop van het gesloten koelsysteem, indien aanwezig – dealer-item
•
Inspecteer de zeewaterpomp. Vervang versleten onderdelen – dealer-item.
•
Inspecteer het uitlaatsysteem op binnenboordmodellen. Controleer bij een motorinstallatie met waterafsluiters
(klepafsluiters) of deze niet ontbreken en niet beschadigd zijn – dealer-item
•
Vervang de ontluchtingskleppen op de uitlaatkniestukken aan bakboord en stuurboord, indien aanwezig – dealer-item
•
TowSport-modellen: controleer de neutraalstand van de handmatig geschakelde transmissie. Verstel zo nodig de
bedieningskabel – dealer-item
Om de vijf jaar of om de 500 uur
•
Ververs de antivries – ververs de antivries om de twee jaar tenzij u antivries met lange levensduur gebruikt – dealer-
item
Motorolie
Controleren
De afvoer van olie, koelvloeistof en andere motor- en aandrijvingvloeistoffen is onderworpen aan milieuwetgeving. Pas
op dat u geen olie, koelvloeistof of andere vloeistoffen morst en achterlaat in het milieu tijdens gebruik of onderhoud van
de boot. Zorg dat u weet welke plaatselijke beperkingen gelden voor afvoer of recycling van afval en vang de vloeistoffen
op en voer ze af naar vereist.
1.
Zet de motor af als deze is warmgedraaid en wacht vijf minuten totdat de olie in het carter is gestroomd.
2.
Verwijder de peilstok, veeg hem schoon en steek hem helemaal in de peilstokbuis. Wacht 60 seconden om ingesloten
lucht te laten ontsnappen. Trek de peilstok uit.
1.
Inspecteer de bougies en de bougiekabels. Zo nodig vervangen. Als deze onderdelen bij inspectie in goede staat blijken, herhaal de inspectie dan om de 100 uur of eens per jaar, wat
zich het eerste voordoet.
2.
Herhaal deze inspectie na drie jaar of 300 bedrijfsuren en vervolgens om de 100 uur of eens per jaar, wat zich het eerste voordoet.
Bladzijde 30
1.
2.
KENNISGEVING
Model met V-aandrijving afgebeeld
58400
90-8M0125415
MEI 2016
nld