Hoofdstuk 5 - Opslag
4.
Voer koelwater toe naar de motor. Zie hiervoor het gedeelte Onderhoud .
5.
Draai de brandstofkraan dicht (indien aanwezig) of koppel de slang van de brandstoftank los en stop hem dicht.
6.
Sluit de slang aan de losse brandstoftank met het speciale brandstofmengsel aan op de brandstofinlaataansluiting.
7.
Start de motor en laat hem vijf minuten met 1300 omw/min draaien. Dit geeft het speciale brandstofmengsel voldoende
tijd om door het brandstofsysteem te circuleren. Controleer of er geen olielekken zijn. Zet de motor af.
BELANGRIJK: Zorg dat het brandstofsysteem van de motor niet droog komt te staan.
8.
Koppel de slang voor het speciale brandstofmengsel los van de inlaataansluiting. Sluit de slang van de brandstoftank
aan boord aan op de inlaataansluiting. Open de brandstofkraan (indien aanwezig).
9.
Ververs de olie en vervang het oliefilter.
10. Vervang het element in het waterscheidend brandstoffilter, indien van toepassing.
11. Tap het zeewaterkoelsysteem van de motor af. Zie Het zeewatersysteem aftappen.
Water dat is ingesloten in het zeewatergedeelte van het koelsysteem kan roest of vorstschade veroorzaken. Leeg het
zeewatergedeelte van het koelsysteem onmiddellijk na gebruik of vooraf aan een langere opslagperiode bij temperaturen
onder het vriespunt. Als de boot in het water ligt, moet de zeewaterkraan dicht blijven totdat de motor opnieuw gestart
wordt, om te voorkomen dat er water terugstroomt in het koelsysteem. Als de boot geen zeewaterkraan heeft, houd de
waterslang dan afgekoppeld en dichtgestopt.
12. Vul het zeewaterkoelsysteem met propyleenglycol, gemengd volgens de aanbevelingen van de fabrikant, om de motor
te beschermen bij de laagste temperatuur waaraan deze bij vorst of lange opslagperioden zal worden blootgesteld. Dit
voorkomt tevens de vorming van afbladderende roest in de kanalen van het koelsysteem.
13. Berg de accu op volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Langdurige stalling van TowSport en binnenboord-transmissies
Voor transmissies op TowSport en Inboard motorinstallaties moeten de vloeistof en het bijbehorende filter om de 300
bedrijfsuren of jaarlijks worden vervangen, afhankelijk van wat het eerste komt. Het verdient aanbeveling de
transmissievloeistof te verversen en het bijbehorende filter te vervangen voordat de motorinstallatie langdurig wordt
gestald.
Zeewatersysteem aftappen
Het buitenwater aftappen
Er kan water in het motorruim komen als het aftapsysteem open staat, waardoor de motor schade kan oplopen of de
boot kan zinken. Haal de boot uit het water of sluit de zeewaterkraan, ontkoppel de zeewaterinlaatslang en sluit hem af
en controleer of de lenspomp goed werkt voordat u gaat aftappen. Laat de motor niet draaien terwijl het aftapsysteem
open staat.
BELANGRIJK: Tap alleen het buitenwatergedeelte van het gesloten koelsysteem af. Het buitenwater wordt soms ook wel
zeewater genoemd.
BELANGRIJK: De boot moet zo horizontaal mogelijk staan om er zeker van te zijn dat het koelsysteem volledig leegloopt.
BELANGRIJK: Tijdens de gehele aftapprocedure mag de motor niet draaien.
BELANGRIJK: Mercury MerCruiser specificeert bij koud weer of langdurige stalling het gebruik van propyleenglycol-
antivries (gemengd volgens de instructies van de fabrikant) in het buitenwatergedeelte van het koelsysteem. Controleer of
de propyleenglycol antivries een corrosiewerend middel bevat en voor gebruik in scheepsmotoren wordt aanbevolen. Volg
de aanbevelingen van de fabrikant van de propyleenglycol op.
Luchtgeactiveerd systeem met enkel aftappunt (standaard koeling)
De volgende aanwijzingen gelden voor het aftappen van motoren op boten in het water. Als de boot niet in het water ligt,
hoeft u de zeewaterkraan (indien aanwezig) niet te sluiten, en de waterinlaatslang niet te verwijderen of dicht te stoppen.
1.
Sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig) of verwijder de waterinlaatslang en dicht hem af.
Bladzijde 52
KENNISGEVING
OPGELET
!
90-8M0125415
MEI 2016
nld