De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Foutcode
Oorzaak
Fout ketelgegevens
F51
Fout brandergegevens
F52
Spanningstoevoer buiten tolerantie
F53
Zekering F2 24V defect
(enkel bij WTC 45)
Elektronische fout
F54
Netfrequentie buiten de tolerantie
F55
Fout bij ionisatiemeting
F56
Ionisatiesignaal wijkt van de gewenste waarde af
F61
Verkeerde gassoort ingesteld (parameter 11,
gascombiventiel)
Instelsignaal van gasregelorgaan buiten
F62
tolerantie
SCOT®-basiswaarde buiten de gestelde
F64
grenzen
Opmerking
De verbrandingslucht moet vrij zijn van
agressieve stoffen (bijv. halogenen) en vrij zijn
van verontreiniging (bijv. stof).
83240707 1/2020-08 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 45-A en WTC 60-A
85-112
Oplossing
Codeerstekker controleren, evt. vervangen.
Configuratie opnieuw starten [hfst. 6.5].
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Parameters tussen WCM-diagnose en
ketelelektronica WCM-CPU doen
overeenstemmen.
Codeerstekker controleren, evt. vervangen.
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Gegevens van codeerstekker naar
WCM-CPU overdragen (druknr. 831675xx).
Spanningstoevoer controleren.
Ventilator controleren, evt. vervangen.
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Zekering F2 24V controleren, evt. ventilator
defect.
Spanningstoevoer kort onderbreken.
Elektromagnetische storingsbron verwijderen.
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Spanningstoevoer controleren.
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen
[hfst. 9.5].
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk
optreden toestelelektronica WCM-CPU
vervangen.
Instelling Gassoort controleren.
Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen
[hfst. 9.5].
Bij ruimteluchtonafhankelijke werking,
dichtheid van het rookgassysteem controleren
[hfst. 7.3].
Condensaatafvoer controleren.
Gasaansluitdruk controleren [hfst. 5.4].
Instelling Gassoort controleren.
Ventilator controleren, evt. vervangen.
Bij ruimteluchtonafhankelijke werking,
dichtheid van het rookgassysteem controleren
[hfst. 7.3].
Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen
[hfst. 9.5].
Branderoppervlak reinigen en evt. vervangen
[hfst. 9.4].
10 Foutopsporing