Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opstarten En Wandeltest; Fijnregeling (Enkel Mx775Z); Andere Informatie - RAS DS7400Xi-BEL Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Randapparatuur DS7400Xi-BEL

Opstarten en wandeltest :

• • • • Plaats het deksel terug en voer stroom toe.
• Wacht ongeveer 3 minuten (zonder beweging in het detectieveld) tot detector geïnitialiseerd is.
• Om de wandeltestmode te starten moet het deksel van de detector verwijderd en daarna teruggeplaatst
worden. Hierdoor start een wandeltestperiode van 90 seconden. Naar het einde van de wandeltestperiode
toe zal de led knipperen. Als U nog niet klaar bent met de wandeltest wanneer de led begint te knipperen,
dan moet opnieuw het deksel verwijderd en daarna teruggeplaatst worden om een nieuwe
wandeltestperiode van 90 seconden te starten.
• Beweeg U door het detectiepatroon.
• De rand van het detectiepatroon kan bepaald worden door aandachtig naar de LED van de detector te kijken
tijdens het uitvoeren van de wandeltest.
• Voer de wandeltest vanuit beide richtingen uit om de grenzen van het detectieveld te bepalen.

Fijnregeling (enkel MX775Z) :

• Sluit een voltmeter aan op de ruisspanningspinnen van de MX775Z (gebruik van de TC6000 testkabel is aan
te bevelen).
• Stel de schaal van de voltmeter in op ongeveer 5.0 V DC.
• Het referentieniveau voor achtergrondruis is ongeveer 2.0 V DC.
-
Voor installaties in "stille" omgevingen zal de uitlezing ongeveer 1.9 tot 2.1 V DC bedragen.
-
Afwijkingen van meer dan 0.75 V DC ten opzichte van het referentieniveau zijn wenselijk voor een
bevredigende detectie.
-
Als de afwijkingen lager zijn dan 0.75 V DC, zou het kunnen gebeuren dat er geen detectie is als het
temperatuursverschil tussen omgeving en inbreker gering is.
• Steek alle verwarmings- en koelingstoestellen die normaal in werking zijn tijdens gewapende periodes aan.
-
Ga buiten het detectieveld van de detector staan en hou de voltmeter gedurende tenminste 3 minuten in
het oog.
-
De afwijkingen ten opzichte van het referentieniveau mogen niet meer dan 0.15 V DC bedragen.
-
Als de afwijkingen groter zijn, moet de oorzaak gevonden en uitgeschakeld worden of moet de detector
opnieuw gericht worden of moet de zone die de grotere afwijking veroorzaakt gemaskeerd worden.
P.I.R. Supervisie :
De werking van de P.I.R. wordt om de 12 uur electronisch gecontroleerd. Als de detector faalt, zal de led 4
keer per cyclus knipperen en de foutuitgang zal via de multiplexbus geactiveerd worden.
Als de werking van het P.I.R.-element faalt, dan moet de detector vervangen worden.

Andere informatie :

• Onderhoud : Het bereik en het detectieveld van de detector moeten minstens éénmaal per jaar
gecontroleerd worden door een wandeltest uit te voeren.
Om een correcte dagelijkse werking van de detector te verzekeren, moet de gebruiker van het systeem
dagelijks even door het uiterste einde van het detectieveld lopen. Zo kan gecontroleerd worden of de
detector nog voldoende snel reageert en of het bereik nog toereikend is.
• Afdichten van de kabelingang : Bij de detector wordt een kunststof plug meegeleverd voor het afdichten
van de kabelingang tegen stof, tocht en insecten. Deze MOET aangebracht worden.
• Spiegels : De spiegel is verticaal instelbaar van +2° tot -18°. Om de spiegel te vervangen moet de te
vervangen spiegel gewoonweg uit de basis gelicht worden en de nieuwe spiegel in de basis geschoven
worden.
Opmerking : Raak het oppervlak van de spiegel niet te veel aan. Hierdoor kan namelijk de goede werking van
de detector sterk afnemen.
IHNRDS7400XIV4RANDAPPRB
Installatie & Programmatie
P. 20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ds7445Ds7447

Inhoudsopgave