Procedure 4: Printer-communicatieproblemen
met het netwerk oplossen
Controleer de volgende items om na te gaan of de printer met het
netwerk communiceert. Deze informatie gaat ervan uit dat u al een
configuratiepagina hebt afgedrukt.
1. Zijn er fysieke verbindingsproblemen tussen het werkstation
of de bestandsserver en de HP JetDirect-printserver?
Controleer netwerkbekabeling, aansluitingen en
routerconfiguraties.
2. Zijn uw netwerkkabels goed aangesloten?
Controleer of de printer is aangesloten op het netwerk, met
de juiste HP JetDirect-printserverpoort en kabel. Controleer
of alle kabelverbindingen goed vastzitten en op de juiste plaats
zitten. Probeer, als het probleem voortduurt, een andere kabel
of poort op de hub of transceiver.
3. Is het netwerk op de juiste wijze afgesloten?
Als u gebruik maakt van een ThinLAN (dunne Ethernet-
coaxkabel), moet uw netwerk een lijn vormen in plaats van
een lus. Als uw printer de eindknooppunt is, moet de BNC-
connector een 50-ohm-eindweerstand hebben die is aangesloten
op het ene uiteinde.
4. Zijn er softwaretoepassingen aan het netwerk toegevoegd?
Controleer of ze compatibel zijn en juist geïnstalleerd, met de
juiste printerdrivers. Zie het desbetreffende hoofdstuk voor uw
netwerkbesturingssysteem om de verbinding te controleren.
DU
Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 89