Het dimbare helderheidsbereik wordt in drie deelbereiken verdeeld. Hierna kunnen de dim-
stapsnelheden voor deze drie bereiken afzonderlijk worden ingesteld.
i Bij de configuratie van de grenswaarden moet erop worden gelet, dat de waarden niet de
maximale helderheid overschrijden of de evt. geconfigureerde minimale helderheid onder-
schrijden!
o
De parameter "... tijd tussen twee dimstappen (1...255)" op de parameterpagina "Kx - dim-
karakteristiek" voor ieder van de drie bereiken op de benodigde dimstaptijden instellen.
De dimkarakteristiek is gedefinieerd. Voor ieder van de drie deelbereiken wordt met de ge-
geven dimstapsnelheid gedimd.
i De scenario-dimstapsnelheid voor het aandimmen van scenariowaarden wordt afzonderlijk
in de scenarioparameters van een uitgang gedefinieerd (zie pagina 89-90).
Dimgedrag voor absoluut dimmen instellen.
In de ETS kan het dimgedrag voor het absoluut dimmen via het object "helderheidswaarde" of
"toerental" separaat voor ieder dimkanaal worden ingesteld.
o
De parameter "dimgedrag bij ontvangst van een helderheidswaarde" op de parameterpagi-
na "Kx - Algemeen" (x = nummer van dimkanaal 1...4) op "aandimmen" instellen.
Zodra een nieuwe helderheidswaarde wordt ontvangen, wordt deze aan de hand van de
geconfigureerde dimstaptijd (zie pagina 107-108) aan de hand van de ingesteld dimkarak-
teristiek ingesteld.
o
De parameter "dimgedrag bij ontvangst van een helderheidswaarde" op "direct" instellen.
Zodra een nieuwe helderheidswaarde wordt ontvangen, wordt deze direct ingenomen.
o
De parameter "dimgedrag bij ontvangst van een helderheidswaarde" op "fading" instellen.
Bovendien de benodigde fading-tijd bij de parameter "tijd voor helderheidswaarde via fa-
ding" voor het aandimmen van de helderheidswaarde definiëren.
Nieuw ontvangen helderheidswaarden worden aangedimd. De dim-fading is geactiveerd.
De fading-tijd definieert de duur van het dimmen tot het bereiken van de nieuwe helder-
heidswaarde. Daarbij zijn de helderheidswaarde van een dimkanaal, waarbij de dimproce-
dure begint, en de geconfigureerde dimkarakteristiek niet van belang. De dimprocedure bij
instellen van een nieuwe helderheidswaarde heeft dus altijd precies de ingestelde tijd no-
dig.
i De parameterinstelling "fading" is bij de variant "1-voudig" in de bedieningsmodus "toeren-
talinsteller" niet beschikbaar.
i Het instellen van helderheidswaarden is ook door een blokkeer- of dwangmatige stand
functie mogelijk. Ook bij busspanningsuitval of bij bus- of netspanningsterugkeer of na een
ETS-programmering kan het absoluut dimmen door de instelling van helderheidswaarden
worden geactiveerd. Bij deze absolute dimfuncties worden de helderheidswaarden altijd di-
rect ingenomen. Het dimgedrag bij een scenario-oproep kan afzonderlijk worden geconfi-
gureerd (zie pagina 89-90).
Art.-Nr.: 3801 REGHE
Art.-Nr.: 3802 REGHE
Art.-Nr.: 3804 REGHE
Software "Dimmen 3020x1 / 3023x1 / 3026x1"
Functiebeschrijving
Pagina 108 van 148