Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Definitie Van De Helderheidsbereik - Jung 3801 REGHE Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2.4.2.5 Definitie van de helderheidsbereik

Het door schakel- of dimprocessen instelbare helderheidsbereik kan worden begrensd door een
onderste en bovenste helderheidswaarde. De onderste helderheidswaarde wordt door de basis-
helderheid of als alternatief door de minimale helderheid gedefinieerd. De bovenste helder-
heidswaarde wordt altijd door de maximale helderheid gekarakteriseerd.
De in de ETS instelbare maximale helderheid wordt in ingeschakelde bedrijfstoestand van een
dimkanaal in geen geval overschreden. Noch bij het inschakelen, noch bij het dimmen. Het re-
duceren van de maximale helderheidswaarde kan bijvoorbeeld ook om redenen van energiebe-
sparing plaatsvinden. In combinatie met vele pakketuitbreidingen kan bovendien het reduceren
van de maximale helderheid nodig zijn (documentatie van de pakketuitbreidingen en instructies
in het hoofdstuk "montage en elektrische aansluiting" in deze documentatie respecteren!).
Bovendien kan de helderheidswaarde worden ingesteld, die bij iedere keer inschakelen via het
object "schakelen" of "centraal schakelen" of via een handbediening bij het dimkanaal moet
worden ingesteld. Deze inschakelhelderheid moet altijd tussen de bovenste en onderste helder-
heidsgrenswaarde van het dimbereik liggen.
De in de ETS instelbare eigenschappen van de onderste helderheidswaarde verschillen als
volgt...
-
Definitie van de onderste helderheidsgrens met basishelderheid (afbeelding 11):
De parameter "basishelderheid" op parameterpagina "Kx – algemeen" (x = nummer van
het dimkanaal 1...4) bepaalt de onderste helderheidsdrempel door aanpassing op de ver-
lichting.
De basishelderheid kan op een van 8 waarden worden ingesteld en is een maat voor de
kleinst instelbare restfasehoek van het aangesneden uitgangssignaal gerelateerd aan de
decimale helderheidswaarde "1", "2" en "3" (procentueel: ~0,4 ... 1 %). Alleen door uitscha-
kelen kan de basishelderheid worden onderschreden.
Door de configureerbare basishelderheid volgt een aanpassing van het dimsignaal in de
kleinst mogelijke dimstand op de gebruikte verlichting. De basishelderheid moet op een
waarde worden ingesteld, waarbij de verlichting in de laagste helderheidswaarde nog vol-
doende helder brandt, zodat deze als ingeschakeld wordt herkend. Aanbeveling voor gloei-
lampen en standaard halogeenlampen is in de ETS als instelhulp gegeven.
Afbeelding 11: Voorbeeld voor een helderheidsbereik met basishelderheid
-
Definitie van de onderste helderheidsgrens met minimale helderheid (afbeelding 12):
De parameter "minimale helderheid" op parameterpagina "Kx – algemeen" (x = nummer
van het dimkanaal 1...4) bepaalt een onderste helderheidsdrempel binnen het procentuele
bereik 1 % ... 45 % (decimaal "3" ... "115") stapsgewijs. De minimale helderheid kan in
geen enkele ingeschakelde bedrijfstoestand van het dimkanaal worden onderschreden. Al-
leen door uitschakelen is onderschrijden mogelijk.
Door gebruik te maken van de minimale helderheid kan de helderheid van de aangestuur-
de verlichting individueel, ook op het helderheidsgevoel van het menselijke oog, worden
aangepast.
Art.-Nr.: 3801 REGHE
Art.-Nr.: 3802 REGHE
Art.-Nr.: 3804 REGHE
Software "Dimmen 3020x1 / 3023x1 / 3026x1"
Functiebeschrijving
Pagina 57 van 148

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3802 reghe3804 reghe

Inhoudsopgave