Inhoudsopgave
Advertenties
[IP-adres]
[Subnetmasker]
[Gatewayadres]
OPMERKING
Wanneer [RARP] is geselecteerd
U kunt geen waarde invoeren voor [IP-adres].
Wanneer [BOOTP] of [DHCP] is geselecteerd
U kunt geen waarde invoeren voor [IP-adres], [Subnetmasker] en [Gatewayadres].
Als u RARP, BOOTP of DHCP niet kunt gebruiken
Geef de instellingen op bij [Handmatige instelling].
4
Klik op [OK].
5
Start de printer opnieuw op. (Schakel de printer uit, wacht 10 seconden of langer en schakel de
printer weer in.)
Nadat de printer opnieuw is opgestart, zijn de instellingen actief.
Installeer vervolgens het printerstuurprogramma.
"Een poort configureren en het printerstuurprogramma
(De BOOTP-daemon moet actief zijn.)
[DHCP]
Hiermee wordt het IP-adres opgehaald via DHCP.
(De DHCP-server moet actief zijn.)
Voer het IP-adres van de printer in.
Voer het juiste subnetmasker in.
Voer het juiste gatewayadres in.
installeren"
Advertenties
Inhoudsopgave
