3
printerstuurprogramma.
Registreer een
4
papierformaat.
Controleer de
5
printerwerking.
Als u de papierinvoer naderhand installeert (Als u de printer al gebruikt)
Sluit de kabels en
1
snoeren aan.
Papier laden.
2
*
(Lade 2
)
Registreer een
3
papierformaat.
*
(Lade 2
)
*
Papierlade van de papierinvoer
"Het printerstuurprogramma installeren"
"Het papierformaat registreren"
Controleer de werking aan de hand van een configuratiepagina-afdruk.
"De printerinstellingen controleren"
Sluit de kabels en snoeren die u hebt verwijderd, weer aan.
"Papier in de papierlade plaatsen"
"Het papierformaat registreren"