Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van De Werking Van De Solviscontrol; Basisfuncties; Warmwater; Circulatie - Solvis SolvisMax SC-3 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SolvisMax SC-3:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Beschrijving van de werking van de SolvisControl

7 Beschrijving van de werking van de SolvisControl

7.1 Basisfuncties

7.1.1 Warmwater

Tapwaterverwarming vindt hygiënisch gezien onberispelijk
plaats volgens het doorstroomprincipe via een externe
warmtewisselaar en waarborgt op deze manier de drink-
waterkwaliteit. Tapwatertemperatuur wordt via een flow-
sensor geregeld. Indien er warmwater wordt afgetapt, dan
schakelt de regeling de warmwaterpomp in en regelt het
toerental voor een constante warmwatertemperatuur. De
tapcapaciteit wordt via het warmwaterstation afgebeeld.

7.1.2 Circulatie

De pomp van de warmwatercirculatie wordt ingeschakeld
zodra de temperatuur aan de sensor lager is dan de instel-
waarde-temperatuur minus "Verschil in". De pomp scha-
kelt weer uit zodra de instelwaarde-temperatuur wordt
bereikt. Na het uitschakelen is de pomp gedurende 10
minuten geblokkeerd. Aanvullend op deze regeling van de
temperatuur bestaat de mogelijkheid om de tijden waarop
de circulatiepomp in bedrijf dient te zijn te begrenzen of
de pomp met behulp van de impuls-functie de pomp in te
schakelen. Hierbij moet de waterkraan kort worden geo-
pend en vervolgens weer dichtgedraaid. Beide opties kun-
nen tevens tegelijkertijd geactiveerd zijn. De circulatielast
wordt door de circulatiepomp ter beschikking gesteld.

7.1.3 Verwarming

De systeemregelaar SolvisControl voorziet het huis van
warmte, die via van elkaar gescheiden en te regelen ver-
warmingscircuits naar behoefte kan worden verdeeld. De
voor de desbetreffende ruimtetemperatuur benodigde
gewenste aanvoertemperatuur wordt met behulp van
stooklijnen afhankelijk van de buitentemperatuur volledig
automatisch berekend.
Om energie te besparen kunnen per verwarmingscircuit
drie verschillende tijdvensters worden gebruikt, waarmee
een verlaging van de ruimtetemperatuur in tijden van
afwezigheid of 's nachts kan worden ingesteld. Bij langdu-
rige afwezigheid kan met behulp van de vakantiefunctie
de temperatuur blijvend worden verlaagd en op het tijd-
stip van terugkomst weer worden verhoogd. Een zoge-
naamde partyfunctie zorgt ook dan voor warmte, indien
een keer tijdens de nachtverlagingsperiode verwarmd
dient te worden. In de stand-bymodus voorkomt een
Vorstbeveiligingsfunctie dat er schade kan ontstaan door-
dat met verwarmingswater gevulde leidingen bevriezen.
Voor het sneller verwarmen na de nachtverlaging kan een
zogenaamde activeringstijd de verwarmingsmodus voor-
tijdig laten starten. Voorts kan, indien bij lage tempera-
turen de ruimten niet snel genoeg warm worden, de aan-
voertemperatuur, afhankelijk van de buitentemperatuur,
meer worden verhoogd; neem hierover a.u.b. contact op
met uw installateur. Met behulp van de ECO-functie kan
tijdens de overgangstijden de zonnewarmte effectiever
worden gebruikt.
36

7.1.4 Ontdooien

alleen SolvisMax/Ben met SolvisLea/SolvisLea Eco
Indien aan de lucht warmte wordt onttrokken, conden-
seert water uit de lucht. Bij buitentemperaturen onder 7 °C
kan het condensaat op de warmtewisselaar bevriezen en
daarmee de warmteoverdracht negatief beïnvloeden.
De ontdooifunctie bevrijdt de warmtewisselaar van het ijs
en waarborgt een storingsvrije, efficiënte werking. Met dit
doel draait het proces van de warmtewisselaar om: Aan
het boilerwater wordt een beetje warmte onttrokken, die
aan de lucht-warmtewisselaar wordt toegevoerd. Zodra
deze is ontdooid, wordt de functie uitgeschakeld en is de
warmtepomp weer gereed voor gebruik.
Een warmtevraag kan pas na het succesvol ontdooien
worden voortgezet. Tijdens het ontdooien zijn A6 en A13
uitgeschakeld omdat het laden van de boiler in deze be-
drijfsmodus niet mogelijk is.
Tijdens het ontdooien kan het zijn dat vóór de
warmtepomp dampontwikkeling zichtbaar is.

7.1.5 Smart Grid

alleen SolvisMax/Ben met SolvisLea/SolvisLea Eco
Het begrip intelligent stroomnet (in het Engels smart grid)
omvat de communicatieve koppeling en besturing van
stroomopwekkers, boilers, elektrische verbruikers en net-
werkapparatuur in energietransmissie-
en -distributienetten van de elektriciteitsvoorziening.
Dit maakt optimalisatie en monitoring van de met elkaar
verbonden onderdelen mogelijk. Doel is waarborging van
de energievoorziening op basis van een efficiënt en be-
trouwbaar systeem. [Bron: Wikipedia.org]
De status in het "Smart Grid"-menu geeft de actuele be-
drijfsmodus aan: "Normaal bedrijf", "Blokkeertijd", "Ver-
hoogde operatie", "Maximale operatie".
Bij normaal bedrijf wordt de boiler in afhankelijkheid van
de vraag opgeladen. Bij verhoogd c.q. maximaal bedrijf
wordt de boiler tot S4 opgeladen tot de ingestelde maxi-
male naverwarmingstemperatuur. Hiervoor kan de warm-
tepomp alleen of samen met de elektrische verwarmings-
elementen worden gebruikt.
Smart Grid heeft alleen betrekking op elektrische warmte-
generatoren, in het hybridesysteem wordt voor de gas- of
oliebrander geen Smart Grid toegepast.
Daarnaast is het ook mogelijk om eigen overschotten van
het zonnesysteem te gebruiken.

7.1.6 Silent Mode

alleen SolvisMax/Ben met SolvisLea/SolvisLea Eco
De "Stille modus" kan worden in-/uitgeschakeld en dient
voor reductie van het geluid, bijv. 's nachts.
In het ingestelde tijdvenster wordt het naverwarmings-
vermogen gereduceerd. In de fabrieksinstelling is de Silent
Mode van maandag t/m zondag van 22:00 tot 6:00 uur
actief.
BAL-SBSX-3-K-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32441-3a SOLVIS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Solvisben sc-3

Inhoudsopgave