* In de bovenstaande afbeelding branden alle lampjes ter illustratie.
(8) Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten.
De printer in- en uitschakelen
(9) AAN/UIT (POWER)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
Opmerking
• U kunt de status van de printer controleren aan de hand van het AAN/UIT (POWER)- en het Alarm-
lampje.
• AAN/UIT (POWER)-lampje is uit: de printer is uitgeschakeld.
• AAN/UIT (POWER)-lampje brandt: de printer is klaar voor gebruik.
• AAN/UIT (POWER)-lampje knippert: de printer is bijna klaar voor gebruik of er wordt een
afdruktaak uitgevoerd.
• Alarm-lampje knippert: er is een fout opgetreden en de printer is niet klaar voor gebruik.
• AAN/UIT (POWER)-lampje en Alarm-lampje knipperen beurtelings: er is mogelijk een fout
opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het servicecentrum.
Als er een fout optreedt
(10) Knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
Hiermee annuleert u een afdruktaak die wordt uitgevoerd. Wanneer u deze knop ingedrukt houdt, kunt
u onderhoudsopties of printerinstellingen selecteren.
(11) Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje. Wanneer u onderhoud aan de printer
uitvoert of printerinstellingen wijzigt, kunt u opties selecteren aan de hand van het aantal malen dat het
lampje knippert.
(12) Wi-Fi-knop
Houd deze knop ingedrukt om automatisch de draadloze LAN-verbinding in te stellen.
(13) Wi-Fi-lampje
Dit lampje brandt of knippert om de status van het draadloze LAN aan te geven.
Lampjes:
Verbinding met draadloos LAN is ingeschakeld.
102