herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort
in te stellen en selecteer de naam van uw printer.
Als het probleem niet is opgelost, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw met de Installatie-
cd-rom of vanaf onze website.
• Het afdrukken wordt niet gestart, ook al is de poort 'CNBJNP_xxxxxxxxxx' geselecteerd wanneer de
printer via het LAN wordt gebruikt:
Start IJ Network Tool en selecteer 'CNBJNPxxxxxxxxxx' zoals u in stap 4 hebt gecontroleerd. Koppel
vervolgens de poort aan de printer via Poort associëren (Associate Port) in het menu Instellingen
(Settings).
Als het probleem niet is opgelost, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw met de Installatie-
cd-rom of vanaf onze website.
Controleer of de printer correct op de computer is aangesloten.
Controle 3
Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, controleert u of de USB-kabel goed is
aangesloten op de printer en de computer en controleert u daarna het volgende:
• Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, koppelt u dit los, sluit u de printer
rechtstreeks aan op de computer en probeert u opnieuw af te drukken. Als het afdrukken normaal wordt
gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat. Neem contact op met de verkoper van uw
doorschakelapparaat voor meer informatie.
• Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals af te
drukken.
Wanneer u de printer via een LAN gebruikt, controleert u of de printer correct is ingesteld om via het netwerk
te worden gebruikt.
Controleer of het printerstuurprogramma correct is geïnstalleerd.
Controle 4
Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in
verwijderen. Installeer vervolgens het stuurprogramma opnieuw met de installatie-cd-rom of vanaf onze
website.
Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten,
Controle 5
controleert u de status van de printer op de computer.
Volg de onderstaande procedure om de status van het apparaat te controleren.
1. Open Apparaatbeheer op de computer, zoals hieronder wordt aangegeven.
Als het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u de
aanwijzingen op het scherm.
• In Windows 8.1 of Windows 8 selecteert u Configuratiescherm (Control Panel) via de charm
Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Hardware en geluid (Hardware and Sound) >
Apparaatbeheer (Device Manager).
• Klik in Windows 7 of Windows Vista op Configuratiescherm (Control Panel), Hardware en
geluiden (Hardware and Sound) en Apparaatbeheer (Device Manager).
• Klik in Windows XP op Configuratiescherm (Control Panel), Prestaties en onderhoud
(Performance and Maintenance) en Systeem (System). Klik vervolgens op Apparaatbeheer
(Device Manager) op het tabblad Hardware.
2. Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en vervolgens op Ondersteuning
voor USB-afdrukken (USB Printing Support).
Het onnodige printerstuurprogramma
498