De stroomvoorziening van de Printer beheren
Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit het printerstuurprogramma beheren.
De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van de printer is als volgt:
Printer uit (Power Off)
Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
de printer niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
1. Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2. Voer het uitzetten van de printer uit
Klik op Printer uit (Power Off) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Klik op OK in het
bevestigingsbericht.
De printer wordt uitgeschakeld en het tabblad Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw
weergegeven.
Printer automatisch aan/uit (Auto Power)
Met Printer automatisch aan/uit (Auto Power) kunt u Printer automatisch uit (Auto Power Off)
instellen.
Met de functie Printer automatisch uit (Auto Power Off) wordt de printer automatisch uitgeschakeld
wanneer er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen vanuit het printerstuurprogramma of de
printer zijn.
U kunt verschillende tijden instellen, afhankelijk van het feit of de netspanningsadapter of de accu wordt
gebruikt.
1. Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2. Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Printer automatisch aan/uit (Auto Power)
op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Printer automatisch aan/uit (Auto Power Setting) wordt geopend.
Opmerking
• Als de printer is uitgeschakeld of als communicatie tussen de printer en de computer is
uitgeschakeld, kan een foutbericht verschijnen omdat de computer de printerstatus niet kan
vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3. Geef desgewenst de volgende instelling op:
171