Download Print deze pagina

Installatie - Lux Tools A-RMR-300-24 Vertaling Van De Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 141
9. Mes
► P. 4, afb. 3
10. Grondplaat
11. Aansluitklemmen voor begrenzingsdraad
Leveringsomvang
► Leveringsomvang – p. 4
12. Maairobot
13. Laadstation
14. Grondspijkers voor het oplaadstation
15. Reserve mes
16. Begrenzingsdraad
17. Kabelpennen voor begrenzingsdraad
18. Netadapter voor het oplaadstation
19. Afstandssjabloon
• Gebruiksaanwijzing

Installatie

Aanwijzing: Maai het gras voordat u
het product installeert en zorg ervoor
dat het gras maximaal 5 cm hoog is.
Opstelling van het oplaadstation
► P. 6, afb. 1
Het oplaadstation kan in de buurt van een
schuur of huis worden geplaatst. Bij het leg-
gen van de begrenzingsdraad moet ten min-
ste 1 m rechte kabel zonder obstakels voor
het oplaadstation worden gelegd.
– Leg de twee geleidingen aan beide zijden
op de grond en plaats de plaat boven de
geleidingen, lijn de geleiding en de plaat
uit en bevestig ze met de grondpennen.
Aanwijzing: De begrenzingsdraad
aan de voorkant van het oplaadsta-
tion moet in rechte lijn lopen over
een minimum lengte van 1 m, zon-
der hoeken of obstakels, zodat het
apparaat er correct kan inrijden.
Het oplaadstation moet op een rela-
tief vlakke bodem worden opge-
steld. Het mag niet op een schuin
oppervlak staan of op een plaats
waar de plaat kan worden verbogen.
Wij adviseren de netadapter ten minste 25 cm
hoog aan een muur te bevestigen en het netsnoer
buiten het werkgebied van de maaier te leggen.
► P. 6, afb. 2
– Verwijder de isolatie (ongeveer 10 mm)
aan één uiteinde van de begrenzingsdraad.
– Steek vervolgens de begrenzingsdraad door
de gleuf in de basisplaat van het oplaadstation.
► P. 7, afb. 3
– Sluit het blootliggende draaduiteinde van de
kabel aan op de rode [OUT]-aansluitklem.
– Eenmaal u de begrenzingsdraad rond het
werkgebied hebt gelegd, snijdt u de over-
bodige lengte af en verwijdert u de isolatie
(ongeveer 10 mm) aan het vrije uiteinde
van de begrenzingsdraad.
– Sluit nu het blootliggende draaduiteinde
aan op de zwarte [IN]-aansluitklem.
Installatie van de begrenzingsdraad
► P. 7, afb. 4
► P. 7, afb. 5
Gebruik bij het installeren van de begren-
zingsdraad het afstandssjabloon om een
afstand van 35 cm tussen de kabel en de tui-
nomheining aan te houden. De kabelpennen
moeten op een onderlinge afstand van onge-
veer 80 cm worden aangebracht. Als de
grond ongelijk is, kan de dichtheid van de pen-
nen dienovereenkomstig worden verhoogd.
Aanwijzing: De maximaal toege-
stane lengte voor de begrenzings-
draad bedraagt 300 m.
► P. 7, afb. 7
Als de maaier zonder gevaar over een obstakel
kan rijden, bijv. over een oprit of een tuinpad,
dan volstaat een afstand van slechts 10 cm tus-
sen deze obstakels en de begrenzingsdraad.
Signaalstoringen voorkomen
Aanwijzing: Als één kant van uw
gazon grenst aan het gazon van
een buurman waarop eveneens
een maairobot wordt gebruikt, dan
moet u uw begrenzingsdraad op
een afstand van 1 m van de
begrenzingsdraad van de buurman
installeren, om mogelijke interfe-
rentie te voorkomen.
► P. 7, afb. 8
Als de buurman hetzelfde model maairobot
heeft en de afstand tussen de begrenzings-
draden van beide apparaten minder dan 1 m
bedraagt, kunnen de signalen onderling wor-
den gestoord. Los het probleem op door het
laadstation te openen. Op de printplaat
bevindt zich een rood-groen knipperlicht: als
de lichtkleur dezelfde is als die van uw buur-
man, druk dan op de knop om de lichtkleur te
wijzigen. Monteer de afdekking van het laad-
station; het probleem is verholpen.
Eilanden in het gazon en smalle doorgangen
► P. 7, afb. 9
► P. 7, afb. 10
NL
145

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Lux Tools A-RMR-300-24

Deze handleiding is ook geschikt voor:

648716